elco VECTRON G 02.160 DUO PLUS Notice D'emploi page 49

Inbedrijfstelling
De brander inregelen
De brander inregelen
• Open de kogelkraan voor het gas.
• Gas- en luchtdrukbewaking instellen
op minimale waarden.
• Micro-amperemeter (0-100µA) aans-
luiten in plaats van de meetbrug (pola-
riteit testen).
• Schakel de ketelregeling in.
• Verbrandingsautomaat ontgrendelen.
• Na vlamvorming de verbran-
dingswaarden controleren (CO, CO
• Ionisatiestroom aflezen (waarde moet
tussen de 15 en 25µA liggen).
Instelling van de brander op vollast
• Verhoog het vermogen van de brander
door middel van de 4-polige stekker
op vollast.
• Rookgaswaarden controleren. Afhan-
kelijk van de gemeten waarden de
gas/luchtverhouding bijstellen:
- Instelling door draaien aan schroef
V. Meer CO in de richting van
2
hogere schaalwaarde. Minder CO
in de richting van lagere schaa-
lwaarde. (zie pag.)
• Gasdoorzet bij gasteller aflezen.
Indien nodig het brandervermogen
door middel van de instelling van
Nok I verhogen of verlagen. Houdt de
rookgastemperatuur aan die de
fabrikant van ketel heeft opgegeven.
• Brandervermogen verhogen : Nok I op
hogere schaalwaarde instellen, servo-
motor loopt automatisch na.
• Brandervermogen verlagen : Nok I op
Brander G 02.160 DUO PLUS
Gas Druk VEF
Gas E: 20 V
Gas LL: 25
N
Vet gedrukt : Fabriekslevering
Brander G 02.210 DUO PLUS
Gas Druk VEF
Gas E: 20 V
Gas LL: 25
N
Vet gedrukt : Fabriekslevering
kleinere schaalwaarde instellen.
• Stel het vermogen van de brander door
middel van de 4-polige stekker kort in op
kleinlast en weer terug. Luchtklepmotor
neemt de nieuwe vollaststand aan.
• Ionisatiestroom aflezen (waarde moet
tussen de 10 en 50µA liggen).
Instelling van de brander op kleinlast
• Stel het vermogen van de brander
door middel van de 4-polige stekker in
).
op kleinlast.
2
• Verbrandingswaarden controleren.
Afhankelijk van de gemeten waarde
instellen door middel van schroef N.
• De gewenste deellast vastlegen.
Indien nodig brandervermogen
kleinlast door middel van de instelling
van Nok IV aanpassen.
• Luchthoeveelheid reduceren: Nok IV
op kleinere schaalwaarde instellen,
servomotor loopt automatisch na.
• Luchthoeveelheid verhogen: Nok IV
instellen op hogere waarde, brander
2
kort op vollast en weer terug stellen.
Luchtklepmotor neemt de nieuwe
kleinlaststand in.
• Rookgaswaarden nogmaals controleren
en afhankelijk van de gemeten waarde
de gas/luchtverhouding bijstellen.
• Brander weer op grote belasting zetten;
de verbrandingswaarden controleren.
• Als de bij de klep gemeten waarden zijn
veranderd door het verstellen van
schroef N moet de verhouding V op de
bijbehorende wijze worden aangepast.
Basisinstelgegevens voor gas/lucht
verhouding V en nulpuntcorrectie N.
407
1,5
-0,5
412
2,5
-2
Stelschroeven voor gas/lucht
verhouding V en nulpuntcorrectie N.
04/2006 - Art. Nr. 13 020 134A
Verbrandingswaarden optimaliseren
• Zo nodig verbrandingswaarden via
instelling van de stuwschijfstand
(maat Y) optimaliseren. Hierdoor
kunnen startgedrag, pulsatie en ver-
brandingswaarden worden beïnvloed.
Bij reductie van schaalwaarde Y stijgt
de CO -waarde, het startgedrag wordt
2
echter harder. Indien nodig luchthoe-
veelheidwijziging door aanpassing
luchtklepstand compenseren.
Ontstekingslast optimaliseren
• Optimaliseer de ontsteking van de
brander door de instelling van de onts-
tekingslast bij Nok III. De ontsteking
kan zowel boven als onder de kleinlast
worden ingesteld.
Let op: Minimaal noodzakelijke roo-
kgastemperatuur volgens opgave van
de ketelfabrikant en overeenkomstig
eisen rookgaswegen ter voorkoming
van condensatie in acht nemen.
Optimalisatie van pulsatiegedrag :
Indien de vlam in bepaalde vermogen-
bereiken omwille van de vuurhaardgeo-
metrie of de uitvoering van de
rookgasleidingen een neiging vertoont
om te pulseren, kan het regelgedrag van
de gasblok door middel van de meege-
leverde vernauwing van diameter 0,4
mm gedempt worden. Deze vernauwing
+ dient in dit geval aan de gesblok
tussen de aansluiting pL en de druk-
meetleiding gemonteerd worden.
49