6
Dranken bereiden
Voor de bereiding van dranken bestaan er twee mogelijkheden:
ū
bereiding van koffiespecialiteiten met de uitloop voor
koffiespecialiteiten of
ū
bereiding van heet water, warme melk en melkschuim met de
Cappuccinatore.
Opgelet:
ū
In de watertank moet zich altijd voldoende water bevinden. Als het
vulpeil te laag is, vraagt het apparaat u om bij te vullen.
ū
Ook in het bonenreservoir moeten zich altijd voldoende koffiebonen
bevinden. Als er geen koffiebonen meer zijn, breekt het apparaat de
bereiding van een koffiespecialiteit af.
ū
Ontbrekende melk wordt door het apparaat niet gemeld.
ū
De kopjes of glazen voor de dranken moeten groot genoeg zijn (zie
tabel Fabrieksinstellingen op pagina 209).
6.1
Koffiesterkte instellen
Zodra het apparaat klaar is voor gebruik geeft het de actuele instelling van
de koffiesterkte weer. De volgende instellingen van de koffiesterkte zijn
mogelijk:
Weergave
Voorwaarde: het apparaat is klaar voor gebruik.
1. Druk meermaals op de bedieningstoets „Koffiesterkte" om de gewenste
koffiesterkte in te stellen.
»
Het apparaat geeft de geselecteerde koffiesterkte weer.
Informatie
Bij het uitschakelen van het apparaat wordt de als laatste ingestelde
koffiesterkte opgeslagen.
Koffiesterkte
zeer mild (zonder voorbesprenkeling)
mild
normaal
sterk
zeer sterk
Dranken bereiden
181