-
Druk op RESET (in de pauzemodus) om alle
trainingsgegevens opnieuw in te stellen.
-
Houd RESET 2 seconden ingedrukt om de console
opnieuw in te stellen. (Gegevens van de actieve
training gaan dan verloren)
Handmatige modus
-
Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het
trainingsprogramma. Selecteer M (handmatig) en
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het
spanningsniveau,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u de
voorgeprogrammeerde trainingstijd in,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u de
voorgeprogrammeerde trainingsafstand in, druk op
MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u het
voorgeprogrammeerde aantal calorieën in,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u een limiet in
voor uw hartslag,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
‼ OPMERKING
•
Als u meerdere doelen instelt, wordt de training
beëindigd wanneer het eerste doel is bereikt.
•
Als u een doel leeg laat, wordt dit niet
beschouwd als een voorgeprogrammeerde
limiet.
•
Als u een limiet voor uw hartslag instelt,
stopt de training niet wanneer de ingestelde
limiet wordt overschreden. U hoort wel een
waarschuwingssignaal bij het overschrijden van
de limiet.
-
Druk op START/STOP om de training te starten
-
Met de keuzeknop UP/DOWN kunt u het
weerstandsniveau aanpassen. In het venster LEVEL
ziet u het belastingsniveau.
Programmaprofiel 1 - 12
-
Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het
trainingsprogramma. Selecteer een van de
voorgeprogrammeerde profielen en
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het
spanningsniveau,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
Het volledige profiel wordt hierop aangepast.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u de
voorgeprogrammeerde trainingstijd in,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op START/STOP om de training te starten
-
Met de keuzeknop UP/DOWN kunt u het
weerstandsniveau aanpassen.
Het volledige profiel wordt hierop aangepast.
In het venster LEVEL ziet u het belastingsniveau.
In de programmaprofielmodus wordt de spanning
automatisch aangepast aan een voorgeprogrammeerd
profiel.
‼ OPMERKING
•
De duur van elk deel in het profiel is 1/8 van uw
voorgeprogrammeerde trainingstijd.
•
Als u geen trainingstijd hebt ingesteld, duurt
elk deel ongeveer 20 seconden. Het profiel
start telkens opnieuw totdat u zelf de training
beëindigt.
Cardiomodus
-
Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het
trainingsprogramma. Selecteer HRC (hartpictogram)
en
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u het HRC-doel
in: 55%.= 55% van 220 minus uw leeftijd.
75%.= 75% van 220 minus uw leeftijd.
90%.= 90% van 220 minus uw leeftijd.
TA = doel (standaard is 100),
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Wanneer u TA hebt ingesteld, kunt u met de
keuzeknop Up/ Down het doel instellen (30 - 230),
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u de
voorgeprogrammeerde trainingstijd in,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op START/STOP om de training te starten
-
Druk op RESET om terug te keren naar het
hoofdmenu.
In de cardiomodus wordt de spanning automatisch
aangepast aan een ongevoeligheid wanneer uw
hartslag het voorgeprogrammeerde HRC-doel bereikt.
Wattmodus
-
Met de keuzeknop Up/ Down selecteert u het
trainingsprogramma. Selecteer wattcontrole (W) en
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u het
wattdoel in: 120 is de voorgeprogrammeerde
standaardwaarde (10 - 350);
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Met de keuzeknop Up/ Down stelt u de
voorgeprogrammeerde trainingstijd in,
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op START/STOP om de training te starten
-
Druk op RESET om terug te keren naar het
hoofdmenu.
In de wattmodus wordt de spanning automatisch
aangepast aan een ongevoeligheid wanneer het
wattage het voorgeprogrammeerde wattdoel bereikt.
‼ OPMERKING
•
De wattparameter is een berekening van RPM
(rotaties per minuut) en het spanningsniveau.
Wanneer RPM hoger is, is de spanning lager.
Wanneer RPM lager is, is de spanning hoger.
5 5
Nederlands