Tips voor het onderhoud van uw Leica
camera en objectieven
Wanneer uw Leica langere tijd wordt opgebor-
gen, neem dan de batterijen eruit en zorg voor
een droge, voldoende geventileerde opslag-
plaats. Fototassen die bij gebruik nat geworden
zijn, moeten worden leeggemaakt om beschadi-
ging van uw uitrusting door vocht en eventueel
vrijkomende restanten leerlooimiddel uit te slui-
ten. Ter berscherming tegen schimmelvorming
(fungus) bij gebruik in een vochtig en warm tro-
pisch klimaat moet de camera-uitrusting zo veel
mogelijk aan de zon en lucht worden blootge-
steld. Het bewaren in dicht afgesloten koffers of
tassen is slechts aan te bevelen als bovendien
een droogmiddel, bijv. silicagel, wordt gebruikt.
Omdat elke vervuiling tevens een voedingsbo-
dem voor micro-organismen vormt, moet de
uitrusting zorgvuldig worden schoongehouden.
Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken
van uw Leica zijn gesmeerd. Denk eraan als u de
camera langere tijd niet gebruikt: Om verharsen
van de smeerpunten te voorkomen, moet de ca-
mera elke drie maanden zonder ingelegde film
meerdere keren worden gespannen en op alle
sluitertijden worden ontspannen. Ook is het
raadzaam alle overige bedieningselementen, zo-
als de beeldveldkiezer, regelmatig te verstellen of
te gebruiken. Ook aan de afstands- en diafragma-
instelringen van de objectieven moet van tijd tot
tijd worden gedraaid.
Een objectief werkt als een brandglas als het
volle zonlicht frontaal op de camera staat. De
camera moet daarom in geen geval zonder be-
scherming tegen de felle zon worden weggelegd.
Het plaatsen van een objectiefdeksel, het opber-
gen van de camera in de schaduw (of gelijk in
de tas) kan ertoe bijdragen schade aan het
binnenwerk van de camera te voorkomen.
Camera en objectief worden voor het ver-
wijderen van vlekken en vingerafdrukken met
een schone, pluisvrije doek afgeveegd. Vuil in
moeilijk toegankelijke hoeken van de camera-
behuizing kan met een kleine borstel worden
verwijderd.
Gebruik
schoonmaakmiddelen om de behuizing schoon
te maken. Stof en pluizen in het inwendige van
de camera (bijv. op de filmgeleiding) kunnen het
beste voorzichtig verwijderd worden met een
zacht haarpenseel, dat telkens in alcohol ontvet
en gedroogd moet worden. Daarbij mag het slui-
tergordijn, bijv. met de schacht van het penseel,
niet beschadigd worden.
100
a.u.b.
geen
vloeibare