Transporteren naar de eerste opname
12. Transporteer de film met de sneltransport-
hendel (9) een opname verder en activeer de
camera.
13. Span vervolgens de film door de uittrekbaar
terugspoelknop (15) voorzichtig in de pijl-
richting te draaien. De film wordt goed
getransporteerd als bij nogmaals bedienen
van de sneltransporthendel de terugspoel-
knop tegen de pijlrichting in meedraait.
14. Ontspan ten slotte de camera opnieuw en
span de sluiter voor de derde keer. Het beeld-
telwerk (6) staat nu op 1 en de camera is, na
controle of instelling van de filmgevoeligheid
(zie daarvoor de betreffende hoofdstukken
van p. 69), gereed voor opnames.
5
Terugspoelen en uitnemen van de film
Als de film tot en met de laatste opname is
belicht, kan de sneltransporthendel niet meer
worden bediend. Voordat u de film uitneemt,
moet de film in de filmpatroon worden terugge-
spoeld.
Hiertoe handelt u als volgt:
1. Haal de hendel voor terugspoelontgrendeling
(5) over naar R.
2. Trek de terugspoelknop naar boven (max. ca.
11 mm).
3. Draai deze met de wijzers van de klok mee
(pijlrichting) totdat de film na lichte weerstand
uit de opwikkelspoel is getrokken.
68