NL
DE BELANGRIJKSTE INSTELLINGEN /
BEDIENINGSELEMENTEN
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE CAMERA
De camera wordt met de hoofdschakelaar (16) in- en
uitgeschakeld. Deze bevindt zich onder de ontspanner (17) en is
als hendel met vier klikstanden uitgevoerd:
a.
OFF
–Camera uitgeschakeld
b.
– Enkele opname-stand
S
Door de ontspanner in te drukken (zie hierna) maakt u telkens
één opname, of u hem nu ingedrukt houdt of niet.
150
16
17
c.
- Opnameserie-stand
C
Zolang u de ontspanner ingedrukt houdt en de capaciteit van
de gebruikte geheugenkaart en het interne geheugen het
toelaten, (zie „Geheugenkaart vervangen") zullen er continu
opnamen worden gemaakt. Eerst minstens 16 snel achter
elkaar, daarna met vertraagde frequentie.
d.
- Zelfontspanner
Het bedienen van de ontspanner (zie hierna) start de
ingestelde voorlooptijd (zie pag. 200) waarna de opname
wordt gemaakt.
INSCHAKELEN
Na het inschakelen, d.w.z. na het instellen van een van de drie
functies
S
,
C
of
licht de LED (34) even op en de indicaties in de
zoeker worden zichtbaar (zie pag. 240).
Opmerking:
De camera is vanaf ca.1s na het inschakelen paraat.
UITSCHAKELEN
Ook als de hoofdschakelaar niet op
automatisch worden uitgeschakeld als u via het menu een
automatische uitschakeltijd hebt ingesteld (
pag. 160) en de camera binnen deze tijd niet wordt bediend.
OFF
is gezet, zal de camera
, zie
Auto Power Off