2.4.5 - Plaatsing van het apparaat op de bevestigingsbeugels.
Bevestig de steunbeugels (L) in de eerder geboorde gaten (zie afb. 6) aan de muur met de geleverde
schroeven en pluggen (H) (afb. 22).
Als u gecontroleerd heeft of
de bevestigingsbeugel correct aan de muur is bevestigd,
alle voorbereidingen voor de elektrische aansluiting en de condensafvoer verricht zijn (indien nodig),
kan de klimaatregelaar worden opgehangen.
Ga als volgt te werk:
Til de klimaatregelaar op door hem aan de zijkanten onderaan beet te pakken en aan de beugel (L) te
haken (afb. 23).
Kantel de onderzijde van het apparaat iets naar u om het vasthaken te vereenvoudigen.
• Verricht de handelingen voor de elektrische aansluiting en de bevestiging van de condensafvoer
na het apparaat met een houten blok of soortgelijk voorwerp van de muur te hebben verwijderd
(zie afb. 24).
• Controleer aan het einde van de werkzaamheden zorgvuldig of achter het achterpaneel van het
apparaat geen spleten zijn achtergebleven (de isolerende afdichting moet goed aan de muur
hechten). Dit geldt met name in de zone van de luchtin- en luchtuittredekanalen.
2.4.6 - Elektrische aansluiting
Het apparaat is voorzien van een voedingskabel met stekker (aansluiting
type Y).
Als in de buurt van het apparaat een stopcontact aanwezig is, volstaat het
om de stekker in het stopcontact te steken.
Alvorens de klimaatregelaar aan te sluiten, controleert u of:
• De spanning- en frequentiewaarden overeenstemmen met de gegevens op de
typeplaat van het apparaat.
• De voedingslijn is voorzien van een doeltreffende aardaansluiting, geschikt
voor de maximale absorptie van de klimaatregelaar (kabels met een minimale
doorsnede van 1,5mm
• Het apparaat uitsluitend wordt gevoed aan de hand van een stopcontact dat
voor de geleverde stekker geschikt is.
Laat de voedingskabel eventueel uitsluitend vervangen door een erkend
servicecentrum of bekwaam personeel.
Op het voedingsnet van het apparaat moet een geschikte meerpolige
scheidingsschakelaar worden voorzien, in overeenstemming met de nationale
installatienormen.
Controleer ook of de elektrische voeding is voorzien van een doeltreffende
aardaansluiting en geschikte beveiliging tegen overbelasting en/of kortsluiting
(het wordt aanbevolen om een vertraagde zekering type 10 AT of andere elementen
met soortgelijke functies te gebruiken).
).
2
NL - 19
UNICO EDGE R32