Snelheidstabel
Snelheidsstand
Activiteit
1
Roeren
2
langzaam
klutsen
3 - 5
Mengen/
klutsen
6-7
Snel klutsen
8
Snel kloppen
Turbofunctie
Mixen
(momentbedrijf )
Zet na gebruik de snelheidsstand altijd op "0" met de snelheidsregelaar (A), schakel
het apparaat uit met de AAN/UIT-toets (B) en trek de stekker uit het stopcontact.
Beschrijving
Langzaam roeren, mengen, pureren en als start-
positie tijdens het mixen.
Bij het toevoegen van ingrediënten en bij het
mengen/mixen van dikke of vaste ingrediënten.
Langzaam klutsen, snel roeren.
Bij het klutsen van dik beslag.
Voor het mengen van boter en bloem, het klut-
sen van dun deeg en het mengen en kneden
van gistdeeg.
Voor het mengen van bijv. koekjesdeeg.
Voor het romig roeren van zachte boter en
suiker.
Voor koekjesdeeg enz.
Voor het klutsen van room, eiwit en gekookt
glazuur.
Voor het snel klutsen van mayonaise, kleine
hoeveelheden room en eiwit, schuimig kloppen
van boter.
De pulsfunctie is bedoeld voor de korte bewer-
king met hoog toerental van vloeistoffen of
ingrediënten met geringe stevigheid in kleine
hoeveelheden.
21 21