Bij zeer lage temperaturen
Motor even met iets gas warm laten
N
draaien
Eventueel overschakelen op
N
winterstand, zie hoofdstuk
"Winterstand"
Motor afzetten
Combischakelaar in de stopstand 0
N
plaatsen
Als de motor niet aanslaat
Mogelijk werd de starthandgreep niet
snel en krachtig genoeg uitgetrokken,
de motor is waarschijnlijk "verzopen".
Combischakelaar in de werkstand F
N
plaatsen
Motorzaag vasthouden en starten
N
Of:
Bougie uitbouwen – zie "Bougie"
N
Bougie droogwrijven
N
Combischakelaar in de stopstand 0
N
plaatsen
Het startkoord meerdere malen
N
uittrekken – om de
verbrandingskamer te ventileren
Bougie weer monteren – zie
N
"Bougie"
Combischakelaar in de werkstand F
N
plaatsen
Motorzaag vasthouden en starten
N
MS 241 C-MQ
Gebruiksvoorschriften
Gedurende de eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Gedurende de
inloopfase moeten de bewegende delen
op elkaar inlopen – in de motor heerst
een hogere wrijvingsweerstand. De
motor levert zijn maximale vermogen
pas na 5 tot 15 tankvullingen.
Tijdens de werkzaamheden
LET OP
Gas geven alleen bij een geloste
kettingrem. Een verhoogd
motortoerental bij een geblokkeerde
kettingrem (zaagketting staat stil) leidt al
na korte tijd tot schade aan de motor en
het kettingmechanisme (koppeling,
kettingrem).
Kettingspanning regelmatig controleren
Een nieuwe zaagketting moet vaker
worden nagespannen dan een die reeds
langer meedraait.
In koude staat
De zaagketting moet tegen de
onderzijde van het zaagblad liggen,
maar moet met de hand nog over het
zaagblad kunnen worden getrokken.
Indien nodig, de zaagketting spannen –
zie hoofdstuk "Zaagketting spannen".
Op bedrijfstemperatuur
De zaagketting zet uit en hangt door. De
aandrijfschakels aan de onderzijde van
het zaagblad mogen niet uit de groef
komen – de zaagketting kan anders van
het zaagblad lopen. Zaagketting
spannen – zie hoofdstuk "Zaagketting
spannen".
LET OP
Bij het afkoelen krimpt de zaagketting.
Een niet-ontspannen zaagketting kan de
krukas en de lagers beschadigen.
Na langdurig gebruik met vol gas
De motor nog even stationair laten
draaien tot de meeste warmte door de
koelluchtstroom is afgevoerd, dit om te
voorkomen dat de componenten op de
motor (ontstekingssysteem,
carburateur) door warmteophoping te
zwaar worden belast.
Na de werkzaamheden
Zaagketting ontspannen als deze
N
tijdens de werkzaamheden bij
bedrijfstemperatuur werd
gespannen
LET OP
De zaagketting na beëindiging van de
werkzaamheden beslist weer
ontspannen! Bij het afkoelen krimpt de
zaagketting. Een niet-ontspannen
zaagketting kan de krukas en de lagers
beschadigen.
Nederlands
129