C. Afstandsbediening
OPEN/CLOSE
q
: schijflade openen/sluiten
w
Cijfertoetsen
DISPLAY
e
: disc-informatie in beeld brengen
DIMMER
r
: helderheid van het display instellen
t
V-MODE
: video-uitgang instellen
STOP
y
: weergave stoppen
PLAY/PAUSE
u
: weergave starten/onderbreken
SKIP FWD
i
: Hoofdstuk vooruitspringen
VOL +/-
o
: volume verhogen/verminderen
a
FAST FWD
: snelle zoekactie vooruit
SUBTITLE
s
: ondertitels instellen
ENTER
d
: invoer bevestigen
f
Besturingstoetsen
MENU/RIPPING
g
: disc-menu/ripping-functie oproepen
SLOW
h
: slow motion functie
RETURN
j
: Discmenu oproepen/terugkeren naar de weergave
ZOOM
k
: beeldvergroting instellen
PROG
l
: programmeerfunctie oproepen
A-B
;
: sequentie herhalen
2)
Batterijvak (aan de achterzijde)
PBC
2!
: PBC-functie activeren/deactiveren (alleen VCD, SVCD)
USB
2@
: wisselen tussen disc-weergave en USB/kaart-weergave
STEP
2#
: enkel-beeld-weergave
L/R/ST
2$
: audiokanaal instellen
AUDIO
2%
: audiotaal instellen
TITLE
2^
: titelmenu oproepen
FAST RWD
2&
: snelle zoekactie achteruit
SKIP BWD
2*
: Hoofdstuk achteruitspringen
MUTE
2(
: geluid uitschakelen/inschakelen
REPEAT
3)
: herhaalfunctie instellen
ANGLE
3!
: camerahoek veranderen
SETUP
3@
: OSD-menu oproepen
3#
GOTO
: titel-, hoofdstuk- en tijd-directkeuze-menu oproepen
STANDBY
3$
: apparaat in standby-modus zetten
5. Plaatsen van de DVD-speler
1.
Haal de DVD-speler en de meegeleverde accessoires voorzichtig uit de
verpakking.
2.
Haal de beschermfolies van het display.
3.
Plaats de DVD-speler op een vlakke, rechte en stabiele ondergrond.
Stel het apparaat niet bloot aan extreme hitte of aan vochtigheid.
Let op voldoende ventilatie van het apparaat van alle kanten.
Plaats geen TV-toestellen direct op de DVD-speler.
Let op!
Steek de stekker van het netsnoer van de DVD-speler nog niet in het
stopcontact. Wacht daarmee, totdat u de DVD-speler op een TV-toestel
heeft aangesloten.
Als u het type video- of audioaansluiting wilt wijzigen, dient u vooraf
beslist eerst de netstekker eruit te trekken! Anders kunnen de DVD-speler
en de eventueel hierop aangesloten apparaten door optredende span-
ningspieken onherstelbare schade oplopen!
6. Veiligheidsvoorschriften
•
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip
van kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens
of met gebrek aan ervaring en/of gebrek aan kennis, tenzij ze onder
toezicht staan van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of
van die persoon aanwijzingen krijgen voor het gebruik van het apparaat.
•
Bij kinderen is supervisie noodzakelijk, om ervoor te zorgen dat ze niet
met het apparaat spelen.
•
Om onbedoeld inschakelen te voorkomen, haalt u na elk gebruik en
vóór elke reiniging de netstekker uit het stopcontact.
•
Inspecteer het apparaat en alle onderdelen op zichtbare beschadigingen.
Alleen als het apparaat in perfecte toestand is, is de veiligheid van het
apparaat gegarandeerd.
•
De netstekker moet altijd goed toegankelijk zijn, zodat het apparaat
in geval van nood snel van het lichtnet kan worden losgekoppeld.
Gevaar voor een elektrische schok!
•
Sluit het apparaat uitsluitend aan op een volgens de voorschriften ge-
ïnstalleerd en geaard stopcontact. De netspanning moet overeenstemmen
met de gegevens op het kenplaatje van het apparaat.
•
Laat beschadigde netstekkers of netsnoeren onmiddellijk door deskundig
personeel of door de klantenservice vervangen, om gevaarlijke situaties
te vermijden.
•
Laat netsnoeren, resp. apparaten die niet correct functioneren of bescha-
digd werden, direct door de klantenservice repareren of vervangen.
•
Dompel het apparaat nooit onder in water. Veeg het alleen af met een
vochtige doek.
•
Plaats het apparaat niet in de regen en gebruik het apparaat ook nooit
in een vochtige of natte omgeving.
•
Let op, dat het netsnoer tijdens het gebruik nooit nat of vochtig wordt.
•
U mag de behuizing van het apparaat niet openen of repareren In dit
geval is de veiligheid niet gegarandeerd en vervalt de garantie.
•
Bescherm het apparaat tegen lek- en spatwater. Plaats daarom geen
met vloeistoffen gevulde voorwerpen, (bijv. vazen) op het apparaat.
Brandgevaar!
•
Gebruik het apparaat niet in de buurt van hete oppervlakken.
•
Zet het apparaat niet op plaatsen waar het blootstaat aan rechtstreeks
zonlicht. Anders kan het oververhit raken en onherstelbaar worden be-
schadigd.
•
Laat het apparaat nooit zonder toezicht als het in werking is.
•
Dek nooit de ventilatieopeningen van het apparaat af, wanneer het is
ingeschakeld.
•
Plaats geen open vuurbronnen, zoals bijv. kaarsen op het apparaat.
Letselgevaar!
•
Houd kinderen uit de buurt van netsnoer en apparaat. Kinderen onder-
schatten vaak de gevaren van elektrische apparaten.
•
Zorg voor een veilige opstelling van het apparaat.
•
Mocht het apparaat gevallen of beschadigd zijn, mag u het niet meer
gebruiken. Laat het apparaat door gekwalificeerd deskundig personeel
nakijken en eventueel repareren.
•
Batterijen/accu's kunnen levensgevaarlijk zijn, als deze worden ingeslikt.
Bewaar de batterijen buiten bereik van kleine kinderen. Indien een bat-
terij werd ingeslikt, moet er onmiddellijk medische hulp worden gezocht.
•
Houd de verpakkingsfolies uit de buurt van kinderen.
Er bestaat verstikkingsgevaar.
- 27 -