Geval 2 :
Probeer nooit een voertuig te heffen wanneer er niet voldoende ruimte is boven de platen. Uw QUICK LIFT heeft enkele
centimeters ruimte nodig tussen de wiggen en het voertuig, om de druk progressief te kunnen verhogen en het voertuig
te kunnen heffen. In bepaalde situaties is het niet mogelijk om een voertuig te heffen. Dit is geen functioneel probleem.
Dit kan bijvoorbeeld een probleem zijn wanneer u een voertuig heft, en wanneer het omhoog is geheven u de wielen
verwijdert en u de QUICK LIFT weer laat dalen tot de startpositie (op de grond). Wanneer u het voertuig weer wilt
heffen, slaagt de QUICK LIFT daar niet in. In dit geval dient u contact op te nemen met de fabrikant of uw verkoper.
Waarschuwing : laat de QUICK LIFT nooit verder dalen dan hoogte 1 wanneer u de wielen van het voertuig verwijderd
heeft. En controleer dat de 2 vergrendelstangen vergrendeld zijn, indien het voertuig langere tijd in deze positie moet
staan.
Oprijplaten in positie heffen :
Tijdens het heffen en het neer laten komen van voertuigen moeten de oprijplaten altijd met behulp van de blokkeers-
tangen in de vergrendelde positie staan. Geen enkele hefbrug is ervoor gemaakt om het complete gewicht langdurig
omhoog te houden, ook de QUICK LIFT niet, behalve als ze in vergrendelde positie staan.
Het uitklappen van de oprijplaten van de QUICK LIFT en het heffen van een voertuig :
a. Controleer of de handrem van het voertuig niet geactiveerd is en dat het voertuig niet in de versnelling staat voordat
u de oprijplaten uitvouwt (raadpleeg in sommige gevallen de handleiding van het voertuig om de juiste procedure te
volgen).
b. Plaats de rubberen wiggen op de platen en in de daarvoor bestemde zones.
c. Druk op de toets « UP » (omhoog) van de afstandsbediening en houdt deze ingedrukt. De platen beginnen zich uit
te vouwen.
d. Net voordat de rubberen wiggen contact maken met het chassis van het voertuig moet u de knop « UP » (omhoog)
loslaten.
e. Controleer de plekken waar de rubberen wiggen in contact komen met het chassis van het voertuig. Indien nodig
moet u de rubberen wiggen verplaatsen (volgens de aanwijzingen van de auto fabrikant) zonder dat er contact is. Er
moet 10 tot 20 mm afstand zijn tussen de wiggen en de contactpunten van het voertuig.
f. Druk op de knop « UP » (omhoog) van de afstandsbediening. Het voertuig komt omhoog van de grond, stop niet met
heffen totdat de eerste vergrendelpositie is bereikt. Laat nooit een geheven voertuig in deze positie staan, behalve als
de 2 veiligheidsstangen in de vergrendelde positie staan.
g. Test de stabiliteit van de positie van het voertuig : Als de positie niet stabiel genoeg is moet u het voertuig weer
laten dalen door op « DN » te drukken (omlaag). Zoek eerst de oorzaak van de onstabiliteit voordat u het voertuig weer
omhoog heft.
h. Hef het voertuig tot hoogte 1 of tot hoogte 2. Wanneer u de gewenste vergrendel-positie heeft bereikt, druk dan op
« DN » (omlaag) op de afstandsbediening om het voertuig te verlagen en de 2 platen in vergrendelde positie te zetten.
i. Verzekert u zich ervan dat de 2 oprijplaten in vergrendelde positie zijn en dat alle rubberen wiggen in contact zijn met
het voertuig.
j. Nadat deze twee punten zijn gecontroleerd moet u een stabiliteits-test uitvoeren om er zeker van te zijn dat het voer-
tuig stabiel staat.
k. Ruim de afstandsbediening op zodat deze niet per abuis verkeerd gebruikt kan worden.
l. Pas na het uitvoeren van deze tests kunt u veilig om en onder het voertuig werken.
Wanneer de gebruiker de hierboven genoemde aanbevelingen niet respecteert kan.
de fabrikant, in geval van lichamelijk letsel, niet civiel of strafrechtelijk aansprakelijk
worden gesteld.
12
QUICK LIFT L520E
NL