Code/betekenis
F.757
De warmtepomp heeft de mini-
male looptijd van de compres-
sor te vaak onderschreden.
F.758
De compressorstatus is ongel-
dig. De frequentieomvormer de-
tecteert een probleem aan de
compressor.
F.759
Het signaal van een interne
sensor van de frequentieom-
vormer is ongeldig.
F.761
De stroom in de frequentieom-
vormer is te hoog.
F.762
De frequentieomvormer heeft
een ongewone spanning gede-
tecteerd.
F.774
Signaal temperatuursensor
luchtinlaat ongeldig
F.788
Afgiftepomp meldt interne fout
F.792
Signaal temperatuursensor uit-
gang economiser ongeldig
F.793
Signaal temperatuursensor in-
gang economiser ongeldig
F.818
De netspanning op de frequen-
tieomvormer is niet aanwezig of
ligt buiten de toleranties.
F.819
De frequentieomvormer is over-
verhit.
F.820
De communicatie met de afgif-
tepomp is onderbroken.
F.821
Signaal aanvoertemperatuur-
sensor elektrische hulpverwar-
ming ongeldig
0020318694_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
Mogelijke oorzaak
De compressor is meerdere ke-
ren gestopt, voordat de mini-
male looptijd is bereikt. Het pro-
duct is daarom geblokkeerd. In
het systeem zonder buffer met
gering CV-watervolume, kan de
temperatuur zeer snel toene-
men of dalen, wanneer de com-
pressor start. Afhankelijk van
de startvoorwaardne bestaat
dan het gevaar, dat het product
stopt.
Kortsluiting in de compressorka-
bel
Kabelaansluiting op compressor
niet vastgeschroefd
Frequentie-omvormer: signaal
van de interne sensor (stroom,
temperatuur, detectiecircuit)
ongeldig
Fasevolgorde aan compressor
foutief
Kabelaansluiting op compressor
niet vastgeschroefd
Compressor defect
Te lage spanning aan de DC-
tussencircuitvoeding
Te hoge spanning aan de DC-
tussencircuitvoeding
Kabelaansluiting op compressor
niet vastgeschroefd
Netspanning ongeldig
Sensor niet aangesloten of sen-
soringang kortgesloten.
De elektronica van de hoogeffi-
ciënte pomp heeft een fout (bijv.
droog lopen, blokkering, over-
spanning, onderspanning) vast-
gesteld en is vergrendelend uit-
geschakeld.
Temperatuursensor niet aange-
sloten of sensoringang kortge-
sloten.
Temperatuursensor niet aange-
sloten of sensoringang kortge-
sloten.
Verkeerde netspanning voor het
bedrijf van de omvormer. Uit-
schakeling door energiebedrijf.
Interne oververhitting van de
omvormer.
Pomp meldt geen signaal naar
de warmtepomp terug.
Sensor niet aangesloten of sen-
soringang kortgesloten. Beide
aanvoertemperatuursensoren in
de warmtepomp zijn defect.
Maatregel
1.
Controleer het circulatiewatervolume.
2.
Verhoog eventueel het circulatiewatervolume.
▶
Vervang de compressor.
▶
Draai de schroeven van de kabelklemmen op de compressor
vast.
▶
Vervang de frequentieomvormer.
▶
Corrigeer de fasevolgorde op compressor.
▶
Draai de schroeven van de kabelklemmen op de compressor
vast.
▶
Vervang de compressor.
▶
Controleer de stroomvoorziening van de warmtepomp.
▶
Controleer de stroomvoorziening van de warmtepomp.
▶
Draai de schroeven van de kabelklemmen op de compressor
vast.
▶
Controleer de stroomvoorziening van de ondulator.
1.
Sensor controleren en evt. vervangen.
2.
Kabelboom vervangen.
1.
Warmtepomp gedurende minstens 30 sec. stroomloos scha-
kelen.
2.
Steekcontact op de printplaat controleren.
3.
Pompfunctie controleren.
4.
Afgiftecircuit controleren (waterhoeveelheid, ontluchting).
▶
Controleren: stekker, temperatuursensor, kabelboom.
▶
Controleren: stekker, temperatuursensor, kabelboom.
▶
Netspanning meten en evt. corrigeren. De netspanning moet
tussen 195 V en 253 V liggen.
1.
Omvormer laten afkoelen en product opnieuw starten.
2.
Luchttraject van de omvormer controleren.
3.
Ventilator op werking controleren.
4.
De maximale omgevingstemperatuur van de buitenunit van
46 °C is overschreden.
1.
Kabel naar de pomp op defect controleren en evt. vervan-
gen.
2.
Pomp vervangen.
1.
Sensor controleren en evt. vervangen.
2.
Kabelboom vervangen.
267