Installatie- en
onderhoudshandleiding
Inhoudsopgave
1
Veiligheid.......................................................... 205
1.1
Waarschuwingen bij handelingen...................... 205
1.2
Reglementair gebruik......................................... 205
1.3
Algemene veiligheidsinstructies ........................ 205
1.4
Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ........ 208
2
Aanwijzingen bij de documentatie ................. 209
2.1
Verdere informatie ............................................. 209
3
Productbeschrijving ........................................ 209
3.1
Warmtepompsysteem........................................ 209
3.2
Veiligheidsinrichtingen ....................................... 209
3.3
Koelbedrijf.......................................................... 209
3.4
Werkwijze van de warmtepomp......................... 209
3.5
Beschrijving van het product ............................. 210
3.6
Productoverzicht ................................................ 210
3.7
Gegevens op het kenplaatje .............................. 211
3.8
Aansluitingssymbolen ........................................ 211
3.9
CE-markering..................................................... 212
3.10
Toepassingsgrenzen ......................................... 212
3.11
Minimumdebiet CV-water .................................. 212
4
Montage ............................................................ 213
4.1
Product uitpakken .............................................. 213
4.2
Leveringsomvang controleren ........................... 213
4.3
Opstelplaats kiezen ........................................... 213
4.4
Minimaal opstellingsvlak van de opstelruimte
garanderen ........................................................ 214
4.5
Afmetingen......................................................... 215
4.6
Minimumafstanden en vrije montageruimtes..... 216
4.7
Productafmetingen voor het transport ............... 216
4.8
Product transporteren ........................................ 216
4.9
Product indien nodig in twee modules
verdelen ............................................................. 217
4.10
Mantel demonteren............................................ 217
4.11
Schakelkast openzwenken ................................ 218
4.12
Mantel monteren................................................ 219
4.13
Binnenunit opstellen .......................................... 220
4.14
Draaglussen verwijderen ................................... 220
5
Hydraulische installatie................................... 220
5.1
Voorbereidende installatiewerkzaamheden
uitvoeren ............................................................ 220
5.2
Condensafvoerslang installeren ........................ 221
5.3
Toegestane totale koudemiddelhoeveelheid ..... 221
5.4
Koudemiddelleidingen plaatsen......................... 221
5.5
Koudemiddelleidingen aansluiten...................... 222
5.6
Koudemiddelleidingen op dichtheid
controleren......................................................... 223
5.7
Koud- en warmwateraansluiting installeren....... 223
5.8
CV-circuitaansluitingen installeren .................... 223
5.9
Bijkomende componenten aansluiten................ 223
202
6
Elektrische installatie ...................................... 224
6.1
Elektrische installatie voorbereiden ................... 224
6.2
Vereisten aan de netspanningskwaliteit ............ 224
6.3
Vereisten aan elektrische componenten ........... 224
6.4
Elektrische scheidingsinrichting......................... 224
6.5
Componenten voor functie blokkering
energiebedrijf installeren ................................... 224
6.6
Schakelkast openen .......................................... 225
6.7
Bedrading uitvoeren........................................... 225
6.8
Stroomvoorziening tot stand brengen................ 226
6.9
Stroomopname beperken .................................. 227
6.10
Communicatiekabel plaatsen ............................ 227
6.11
Modbus-kabel aansluiten................................... 228
6.12
Kabelgebonden systeemregelaar installeren .... 228
6.13
Externe circulatiepomp aansluiten..................... 229
6.14
Circulatiepomp met eBUS-regelaar
aansturen........................................................... 229
6.15
Maximaalthermostaat voor vloerverwarming
aansluiten .......................................................... 229
6.16
Externe driewegklep aansluiten (optie) ............. 229
6.17
Mengklepmodule SR 70 / SR 71 aansluiten...... 229
6.18
Gebruik van het hulprelais ................................. 229
6.19
Cascades aansluiten ......................................... 229
6.20
Schakelkast sluiten ............................................ 229
6.21
Elektrische installatie controleren ...................... 229
7
Bediening ......................................................... 229
7.1
Bedieningsconcept van het product .................. 229
8
Ingebruikname ................................................. 229
8.1
Vóór het inschakelen controleren ...................... 229
8.2
Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren ............................. 230
8.3
CV-installatie vullen en ontluchten .................... 231
8.4
Warmwatercircuit vullen..................................... 231
8.5
Ontluchten ......................................................... 231
8.6
Product in gebruik nemen.................................. 231
8.7
Installatieassistent doorlopen ............................ 232
8.8
Menufuncties zonder optionele
systeemthermostaat .......................................... 232
8.9
Energiebalansregeling ....................................... 233
8.10
Compressorhysterese........................................ 233
8.11
Elektrische extra verwarming vrijgeven ............. 233
8.12
Legionellabescherming instellen ....................... 233
8.13
Installateurniveau oproepen .............................. 233
8.14
Installatieassistent opnieuw starten................... 233
8.15
Statistieken oproepen ........................................ 233
8.16
Controleprogramma's gebruiken ....................... 233
8.17
Actorentest uitvoeren......................................... 233
8.18
Drogen dekvloer zonder buitenunit en
systeemthermostaat .......................................... 234
8.19
Optionele systeemthermostaat in gebruik
nemen................................................................ 234
8.20
Te lage waterdruk in het CV-circuit
vermijden ........................................................... 235
8.21
Functie en dichtheid controleren ....................... 235
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020318694_01