7 Dockingstation opbouwen
7.3
Dockingstation voorbereiden
Laadkabel aansluiten
LET OP
■ De stekkerverbindingen van de laadkabel zijn
in gemonteerde toestand tegen vervuiling door
bijvoorbeeld stof en vuil beschermd. Als de
stekkerverbindingen vervuild zijn, kunnen er
storingen in het dockingstation ontstaan.
► Bescherm open stekkerverbindingen tegen
vervuiling.
► Reinig vervuilde stekkerverbindingen zoals
in deze handleiding staat beschreven.
De laadkabel kan standaard aan de achterkant
worden aangesloten.
Als het dockingstation direct tegen een muur
staat, kan de laadkabel ook onder de grondplaat
door worden gelegd. De laadkabel kan links of
rechts uit de grondplaat komend worden gelegd.
1
► Buig de kap (1) aan beide zijden iets naar bui‐
ten toe en neem de kap naar boven toe weg.
0458-011-9601-A
► Druk de arrêteerhendel (2) in en klap de kap
(3) omhoog.
6
4
► Als het dockingstation van achteren moet wor‐
den aangesloten:
► Steek de stekker (4) in de doorvoer (5) en
leid de laadkabel (6) verder.
De laadkabel (6) wordt binnen in het doc‐
kingstation omhoog geschoven.
B
A
► Als het dockingstation direct tegen de muur
staat of als de laadkabel onder de grondplaat
naar de zijkant moet worden geleid:
► Open de rand aan de gewenste zijde van de
grondplaat bij positie (A) en ontbraam de
rand.
► Snijd in het midden van de grondplaat een
opening (B) uit en ontbraam de randen.
► Steek de stekker (4) in de opening (B) en
leid de laadkabel (6) verder.
De laadkabel (6) wordt binnen in het doc‐
kingstation omhoog geschoven.
Nederlands
3
2
5
A
B
4
6
199