Zorg ervoor dat:
– de bevestigingsmoer van de ophanghaak (tek.
3, fig. 14, blz A) doeltreffend bevestigd is en dat
blokkeerpen van de moer (tek. 2, fig. 14, blz A)
goed geplaatst is.
– de remmoer van de bevestiging van het handvat
goed vastzit.
Vervang indien nodig.
Alle zichtbare verslechterde onderdelen van het
toestel of van zijn uitrusting, met name de haken en
de elektrische geleidingen moeten hersteld worden
alvorens het gebruik ervan verder te zetten.
Bij zichtbare beschadigingen of na elk contact
met chemische substanties (zie §10 Gevaar) van
de synthetische Minifor™ hijskabel moeten deze
verwijderd worden en vervangen worden door een
nieuwe synthetische Minifor™ hijskabel.
Een snelle reiniging (lokaal) van de synthetische
Minifor™ hijskabel is mogelijk. Deze moet met lauw
water gewassen worden (indien nodig een neutrale
zeep). Goed spoelen. Het drogen moet gebeuren aan
omgevingstemperatuur en nooit in directe nabijheid van
een warmtebron.
NL
OPMERKING: het openen van het toestel,
behalve voor het vervangen van de zekering in de
elektrische kast, mag uitsluitend uitgevoerd worden
door een erkend Tractel
spanning.
15. VERBODEN EN FOUT GEBRUIK
Het gebruik van de Minifor™ TR125 SY toestellen
conform
de
in
voorschriften garanderen alle veiligheid. Het is echter
nuttig de operator te waarschuwen voor fout gebruik
zoals onderstaand beschreven:
Het is verboden:
– De in deze handleiding beschreven toestellen
te gebruiken voor het hijsen of het transport van
personen.
– Het toestel te gebruiken als het meer dan een jaar
geleden gecontroleerd werd.
– Het toestel op een onvoldoende weer stand biedende
structuur op te hangen.
– De last te doen stijgen of te dalen zonder deze uit het
zicht te verliezen over het volledige traject.
– Het toestel te gebruiken voor andere doeleinden dan
deze waarvoor het bestemd is of volgens andere dan
in deze handleiding beschreven montage schema's te
monteren.
– Het toestel te gebruiken voor een last die groter is dan
de maximale gebruiks last.
– Het toestel te verankeren met het handvat.
72
reparateur en altijd buiten
®
deze
handleiding
beschreven
– De kabel inbedrijf te stellen zonder aanwezigheid van
correct geplaatste aanslagen boven en onder.
– Te proberen vaste of geblokkeerde last te hijsen.
– Een laterale tractie op de last uit te voeren.
– Het toestel op een contact aan te sluiten zonder eerst
de compatibiliteit met het toestel te controleren en
de aanwezigheid op het circuit van de reglementaire
elektrische veiligheidinrichtingen.
– Een last op de grond te doen schuiven.
– Een last of een kracht, met name een tractie, uit te
voeren op de slappe draad van de kabel.
– Het toestel te gebruiken steunende op zijn basis
zonder deze eerst correct te verankeren op een
voldoende weerstand biedende ondergrod.
– De last te laten schommelen onder het toestel.
– Te stationneren of zich onder de last te begeven.
– Met de hand of andere delen van het lichaam
de openingen of het aandrijf mechanisme van de
synthetische Minifor™ hijskabel te benaderen.
– Het toestel te blokkeren in een vaste positie of de
automatische uitlijning van de last te hinderen.
– Het toestel te gebruiken zonder eerst de goede
werking van alle veiligheids inrichtingen te controleren.
– Het toestel te gebruiken voor andere doeleinden dan
het verticaal hijsen van materialen.
– De synthetische Minifor™ hijskabel te gebruiken als
stropmiddel.
– Elke andere kabel dan de synthetische Minifor™
hijskabel te gebruiken.
– Een kabel opgespannen te laten of te laten wrijven
tegen een obstakel.
– De synthetische hijskabel Minifor™ bloot te stellen
aan chemische componenten die zuren bevatten.
– Het toestel te gebruiken met een beschadigde
synthetische hijskabel Minifor™.
– De koelvinnen aan te raken terwijl de motor draait.
– Het toestel te gebruiken in een explosieve omgeving
(toestel niet conform de ATEX-richtlijn).
– Het toestel of de synthetische hijskabel te gebruiken
als de temperatuur minder dan -10°C of hoger dan
+50°C is.
– Het toestel te gebruiken als de windsnelheid meer
dan 50 km/u bedraagt.
– Herhalend en snel te drukken (te tokkelen) op de
bedieningsorganen.
– Het toestel te manoeuvreren via zijn elektrische
kabel.
– Wijzigingen aan te brengen die niet in deze
handleiding beschreven zijn.
– Een hogedrukreiniger of chemische producten
(zuren, chloorhoudende producten) te gebruiken om
dit toestel te reinigen.
– De Minifor™ aan de koppelinrichting van het voertuig
te bevestigen met andere middelen dan de MTA.
– Het voertuig te verplaatsen terwijl de Minifor™
gebruikt wordt.
– De MPM met de hoge eindaanslag te gebruiken
wanneer deze slecht geplaatst is.