All manuals and user guides at all-guides.com
6.4.2
Sterilisatie
Verpak de uit elkaar genomen vernevelaar na de reiniging/desinfectie in een
sterilisatieverpakking (eenmalige sterilisatieverpakking bijv. folie of een papie-
ren sterilisatiezakje). De sterilisatieverpakking moet voldoen aan de normen
DIN EN ISO 11607 en moet geschikt zijn voor stoomsterilisatie. Daarna dient
u de vernevelaar volgens de volgende sterilisatiemethode te steriliseren:
Aanbevolen methode: stoomsterilisatie
Sterilisatietemperatuur:
Gevalideerd volgens DIN EN ISO 17665, respectievelijk de DGKH-richtlijnen
voor de validatie en routinebewaking van sterilisatieprocessen met vochtige
warmte voor medische producten.
Opbergen
Bewaar de gesteriliseerde vernevelaar in een droge, stofvrije en contamina-
tievrije ruimte.
6.4.3
Onderhoud van de aansluitslang
• Indien in de slang zichtbaar condens optreedt, dient u deze na de behan-
deling van de vernevelaar af te halen en het PARI apparaat in te schake-
len.
• Laat de compressor net zolang werken tot de door de slang stromende
lucht de vochtige neerslag verwijderd heeft.
• Bij wissel van patiënten of bij verontreiniging dient u de aansluitslang (arti-
kelnr. 041G4550, zie hoofdstuk 9) te vervangen.
184
121 °C (duur: minstens 20 min.) of
132 °C/134 °C (duur: minstens 3 min.)
max. 137 °C.