All manuals and user guides at all-guides.com
6.3.3
Drogen
• Leg de delen van de vernevelaar op een droge, schone en absorberende
ondergrond en laat ze volledig drogen (minstens 4 uur).
6.3.4
Opbergen
• Wikkel de vernevelaar tussen de behandelingen, vooral bij een langere
gebruikspauze, in een schone, niet pluizende doek (bijv. een afdroogdoek)
en leg hem op een droge, stofvrije plaats.
6.3.5
Onderhoud van de aansluitslang
• Na iedere behandeling dient u de slang van de vernevelaar te verwijderen
en de PARI compressor in te schakelen.
• Laat de compressor net zolang werken tot de door de slang stromende
lucht de vochtige neerslag verwijderd heeft.
• Bij verontreiniging dient u de aansluitslang (artikelnr. 041B4591, zie hoofd-
stuk 9) te vervangen.
Lees nu verder vanaf hoofdstuk 7 "Diversen".
6.4 Ziekenhuis en artsenpraktijk
Bij gebruik van de vernevelaar voor meerdere patiënten moet de vernevelaar
voor de wissel tussen patiënten gereinigd, gedesinfecteerd en gesteriliseerd
worden.
Let er daarbij op dat alleen methoden voor reiniging, desinfectie en sterilisatie
worden gebruikt die voldoende apparaat- en productspecifiek zijn gevali-
deerd en dat de gevalideerde parameters bij iedere cyclus worden aangehou-
den.
De doeltreffendheid van de gevolgde reinigings- en desinfectiemethodes
moet erkend (bijv. voorkomend in de lijst van door het Robert Koch-Instituut/
DGHM beproefde en erkende desinfectiemiddelen en -methoden) en reeds
gevalideerd zijn.
Bij andere gebruikte methoden dient in het kader van de validatie de doeltref-
fendheid bewezen te worden. Ook CE-gemarkeerde chemische desinfectie-
middelen mogen gebruikt worden, indien deze aan de voorschriften voor
materiaalbestendigheid voldoen (zie de paragraaf 7.2 "Materiaalbestendig-
heid").
Let op de paragraaf 7.2 "Materiaalbestendigheid".
Neem ook extra de hygiënevoorschriften van het ziekenhuis of artsenpraktijk
in acht.
182