Publicité
Spanningsmeting met
lage binnenweerstand
Deze meetfunctie verhindert een meting van inductieve
of capacitieve spanningen en maakt door een hogere
meetstroom de activering van een lekstroomschakelaar
(FI) mogelijk.
Voor de meting vanaf 12V moet deze meetprocedure
worden gebruikt.
Houd de spanningzoeker alleen vast aan de daarvoor
voorziene handgrepen (3) en (6). Nooit buiten de hand-
grepen aanraken.
Voer beide testpennen aan de te controleren meetpunten.
Druk beide druktoetsen (2) en (8) tegelijkertijd in. Con-
trolelampje (C) of (H) signaliseert de Low-Impedance-
meting.
De beschikbare meetspanning wordt in het displayveld
weergegeven.
De controlelampjes (F) of (I) geven de spanningssoort en
de betreffende polariteit weer. Indien de "+" en "-"
indicatie tegelijkertijd branden, is wisselspanning aan-
wezig.
Bij wisselspanning en negatieve gelijkspanning weer-
klinkt een signaaltoon.
De maximaal toegelaten inschakelduur van
de bedrijfssoort Low-Impedance is tot een
spanning van 230V slechts gedurende max.
5 seconden.
Na deze tijd moet een pauze van 10 minuten
worden gehouden.
Weergave van de draaiveldrichting
(alleen VC54)
De VC54 kan bij draaistroomnetten de draaiveldrichting
weergeven (alleen met batterijen)..
Houd de spanningzoeker alleen vast aan de daarvoor
voorziene handgrepen (3) en (6). Nooit buiten de hand-
grepen aanraken.
Voer beide testpennen aan de te controleren meetpun-
ten.
De testpen (1) komt overeen met L1 en testpen (11)
komt overeen met L2.
De beschikbare meetspanning evenals de draaiveld-
richting wordt in het displayveld weergegeven.
De controlelampjes (D) geven de betreffende draaiveld-
richting weer (L = linksdraaiend / R = rechtsdraaiend).
De maximaal toegelaten inschakelduur
bedraagt 30 seconden (ID = 30s). Na deze tijd
moet een pauze van 10 minuten worden
gehouden.
40
Durchführung von Messungen
Der zweipolige Spannungsprüfer besteht aus den bei-
den Prüfspitzen (1 + 11) einem Verbindungskabel (4)
und dem Anzeigenfeld (9).
Halten Sie den Spannungsprüfer stets so, dass Sie senk-
recht auf das Anzeigenfeld blicken können. Die
Leuchtanzeigen können durch starken Lichteinfall nega-
tiv beeinträchtigt werden.
Bei DC-Messungen stellt die Prüfspitze (11) den Pluspol
und die Prüfspitze (1) den Minuspol dar.
Überprüfen Sie vor jeder Spannungsprüfung
die zuverlässige Funktion des Gerätes an
einer bekannten Spannungsquelle.
Sollte das Messgerät keine Funktion zeigen oder einzel-
ne Leuchtanzeigen nicht funktionieren, so setzen Sie
den Spannungsprüfer außer Betrieb. Ein defekter Span-
nungsprüfer darf nicht verwendet werden.
Die Vorschriften zum Arbeiten an elektrischen Anlagen
müssen beachtet werden.
Folgende Messfunktionen sind durchführbar.
Spannungsmessung mit hohem
Innenwiederstand
Halten Sie den Spannungsprüfer nur an den dafür vor-
gesehenen Handgriffen (3 und 6) fest. Fassen Sie nie-
mals über die Griffbegrenzungen.
Führen Sie die beiden Prüfspitzen an die zu prüfenden
Messpunkte. Die vorhandene Messspannung wird im
Anzeigefeld dargestellt.
Die Leuchtanzeigen (F) oder (I) zeigen die Spannungsart
und die entsprechende Polarität an. Leuchtet die "+"
und "-" Anzeige gleichzeitig, so ist Wechselspannung
vorhanden.
Bei Wechselspannung und negativer Gleichspannung
ertönt ein Signalton
(nur
Die maximal zulässige Einschaltdauer beträgt
30 Sekunden (ED = 30s). Nach dieser Zeit
muss eine Pause von 10 Minuten eingehalten
werden.
Der Messbereich liegt zwischen 24V
bis 400VAC und 24V bis 690VDC.
VC54).
9
Publicité
Chapitres
