9.3.
AFSTELLING VAN DE VLOTTERSCHAKELAAR PULSAR
Door het stuk kabel tussen de vlotter en het vaste punt (kabelklem in de handgreep - Afb. 4) te
verlengen of te verkorten, regelt u het uitschakelniveau van de elektropomp (STOP). Let er op dat de
vlotter zich vrij kan bewegen.
Controleer of bij het stopniveau het filter niet bloot komt te liggen.
10.
VOORZORGSMAATREGELEN
Bij de PULSAR elektropompen moet het zuigfilter altijd aanwezig zijn wanneer de elektropomp in
werking is.
De elektropomp mag niet vaker dan 30 keer per uur worden gestart, om de motor niet over te
verhitten.
VORSTGEVAAR: wanneer de elektropomp op non-actief blijft bij een temperatuur onder de 0°C,
is het noodzakelijk dat u zich ervan verzekert dat er geen water is achtergebleven; wanneer dit
bevriest kan dit leiden tot het barsten van onderdelen van de elektropomp.
Voor het legen van de PULSAR DRY elektropomp maakt u gebruik van de afvoerdop die
zich achter de zuigaansluiting (Afb.2) bevindt. Het is ook raadzaam de pomp leeg te maken
in het geval dat de pomp voor langere tijd niet gebruikt wordt, bij normale temperatuur.
Indien de elektropomp gebruikt is met substanties die ertoe neigen neerslag te vormen, dient u de
pomp na het gebruik schoon te spoelen met een krachtige waterstraal, om te voorkomen dat er
aanzettingen of aanslag ontstaan die de eigenschappen van de elektropomp in negatieve zin zouden
kunnen aantasten.
11.
ONDERHOUD EN REINIGING
De elektropomp behoeft bij normaal bedrijf geen enkele vorm van onderhoud, dankzij de in
oliekamer gesmeerde mechanische afdichting en de voor de levensduur gesmeerde lagers. De
elektropomp mag uitsluitend worden gedemonteerd door gespecialiseerd en gekwalificeerd
personeel dat beschikt over de technische kennis die wordt vereist door de specifieke
voorschriften op dit gebied. In elk geval mogen reparaties en onderhoudswerkzaamheden alleen
worden uitgevoerd nadat de elektropomp van het elektriciteitsnet is gekoppeld.
Tijdens de demontage dient men goed op te passen voor scherpe onderdelen, die verwondingen
kunnen veroorzaken.
12.
WIJZIGINGEN EN VERVANGINGSONDERDELEN
Wijzigingen waarvoor door de fabrikant niet vooraf toestemming is verleend, ontheffen de
fabrikant van iedere vorm van aansprakelijkheid. Alle bij de reparaties gebruikte
vervangingsonderdelen moeten origineel zijn en alle accessoires moeten goedgekeurd zijn door de
fabrikant, om een optimale veiligheid te kunnen garanderen voor de machines en voor de
installaties waarin deze gemonteerd kunnen worden.
Pumpland.ru
NEDERLANDS
Afb. 4
44
Kabelklem vlotter