11.1 Basisapparaat reinigen
1. Reinig het basisapparaat 17 met een
vochtige doek. U kunt ook een beetje af-
wasmiddel gebruiken.
2. Wis met een schone doek met schoon
water na.
3. Gebruik het basisapparaat 17 pas weer
wanneer het volledig droog is.
11.2 Reinigen in de vaatwas-
machine
De volgende delen zijn vaatwasmachinebe-
stendig:
-
Roerkom 16
-
Mixkom 5
-
Mesinzetstuk 7
-
Afdichting van het mesinzetstuk 6
-
Deksel 2 van de mixkom
-
Afdichting 4
-
Deksel van de bijvulopening 1
-
Kneedhaak 22
-
Eiwitklopper 21
-
Garde 20
-
Spatbescherming 18
De volgende delen mogen nooit in een
vaatwasmachine worden gereinigd:
-
Basisapparaat 17
-
Afdekking 8
AANWIJZING: verwijder voor het reini-
gen van de mixkom 5 in de vaatwasmachi-
ne beslist het mesinzetstuk 7. Verwijder
voor iedere reiniging de afdichting 6
van het mesinzetstuk 7 (zie "Mesinzetstuk
plaatsen en verwijderen" op pagina 95).
11.3 Onderdelen reinigen
1. Spoel de mixkom 5 of de roerkom 16
om met warm water en giet het water
weg.
2. Verwijder voor het reinigen de afdich-
ting 4 van het deksel 2.
3. Reinig alle onderdelen met de hand in
een wasbak met afwaswater of in de
vaatwasmachine.
4. Spoel alle delen met schoon water na
bij afwassen met de hand.
5. Laat alle delen volledig drogen voordat
u deze weer monteert, opbergt of op-
nieuw gebruikt.
11.4 Mixkom reinigen
1. Plaats de mixkom 5 op het basisappa-
raat 17.
2. Vul deze tot ongeveer de helft met
warm water met afwasmiddel.
3. Zet het deksel 2 erop.
4. Controleer of de snelheidsregelaar 12
op 0 staat.
5. Steek de stekker 14 in een geschikt
stopcontact.
6. Zet de snelheidsregelaar 12 op 1.
7. Druk meerdere keren kort op de Turbo-
toets 13.
8. Zet de snelheidsregelaar 12 op 0 om
het apparaat uit te schakelen.
9. Trek de stekker 14 uit het stopcontact,
voordat u het apparaat reinigt.
10.Neem de mixkom 5 van het basisappa-
raat 17 af.
11.Gooi het afwaswater weg.
12.Spoel de mixkom 5 met schoon water
na.
13.Laat de mixkom 5 volledig drogen,
voordat u deze opnieuw gebruikt.
11.5 Bewaren
• Laat alle delen volledig drogen voordat
u deze opruimt om te bewaren.
• Bewaar het apparaat beschermd tegen
stof en vuil, en onbereikbaar voor kin-
deren.
• Afbeelding B: het aansluitsnoer kunt
u in de kabelopwikkeling 24 aan de
onderkant van het basisapparaat 17
opwikkelen.
101
NL