Nederlands
► Lang haar in een paardenstaart bin‐
den en dusdanig vastmaken, dat het
zich boven de schouders bevindt.
■ Tijdens de werkzaamheden kunnen voorwer‐
pen met een hoge snelheid naar boven wor‐
den geslingerd. De gebruiker kan letsel oplo‐
pen.
► Draag een nauwsluitende veilig‐
heidsbril. Geschikte veiligheidsbrillen
zijn aan de hand van de norm
EN 166 of de nationale voorschriften
getest en met de betreffende code‐
ring te koop.
► Een lange broek dragen.
■ Tijdens het werken kan er stof opstuiven.
Ingeademd stof kan de gezondheid schaden
en allergische reacties veroorzaken.
► Als er stof opstuift: draag een stofmasker.
■ Ongeschikte kleding kan blijven haken in hout,
struikgewas en in de zuighakselaar. Gebrui‐
kers zonder geschikte kleding kunnen ernstig
letsel oplopen.
► Draag nauwsluitende kleding.
■ Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk‐
zaamheden kan de gebruiker in contact
komen met het schoepenwiel. De gebruiker
kan letsel oplopen.
► Werkhandschoenen van een slijtvast mate‐
riaal dragen.
► Doe sjaals en sieraden af.
■ Als de gebruiker ongeschikte schoenen
draagt, kan hij uitglijden. De gebruiker kan let‐
sel oplopen.
► Draag stevige, dichte schoenen met
stroeve zool.
4.5
Werkgebied en -omgeving
4.5.1
Zuighakselaar
WAARSCHUWING
■ Onbevoegde personen, kinderen en dieren
kunnen de gevaren van de zuighakselaar en
de opgeworpen voorwerpen niet herkennen en
de gevaren hiervan niet inschatten. Buiten‐
staanders, kinderen en dieren kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► Buitenstaanders, kinderen en
15m (50 ft)
► Een afstand van 15 m ten opzichte van
voorwerpen/obstakels aanhouden.
► Zuighakselaar niet zonder toezicht laten.
74
dieren buiten een afstand
van een cirkel van 15 m om
het werkgebied houden.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de zuig‐
hakselaar kunnen spelen.
■ De zuighakselaar is niet waterdicht. Als er in
de regen of in een vochtige omgeving wordt
gewerkt, kan dit leiden tot een elektrische
stroomstoot. De gebruiker kan letsel oplopen
en de zuighakselaar kan worden beschadigd.
► Niet in de regen en niet in een voch‐
tige omgeving werken.
■ Elektrische componenten van de zuighakse‐
laar kunnen vonken veroorzaken. Vonken kun‐
nen in een makkelijk brandbare of explosieve
omgeving brand of een explosie veroorzaken.
Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel
oplopen en er kan materiële schade ontstaan.
► Werk niet in een makkelijk brandbare of
explosieve omgeving.
4.5.2
Accu
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de accu niet herkennen en de
gevaren hiervan niet inschatten. Buitenstaan‐
ders, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel
oplopen.
► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden.
► De accu niet zonder toezicht laten.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de accu
kunnen spelen.
■ De accu is niet beschermd tegen alle invloe‐
den van buitenaf. Als de accu blootstaat aan
bepaalde invloeden van buitenaf kan de accu
in brand vliegen, exploderen of onherstelbaar
beschadigd raken. Personen kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► De accu tegen hitte en vuur bescher‐
men.
► De accu niet in het vuur werpen.
► De accu niet buiten de aangegeven tempe‐
ratuurgrenzen opladen, gebruiken en
opbergen,
20.3.
► De accu tegen regen en vocht
beschermen en niet onderdompelen
in vloeistoffen.
► De accu bij kleine metalen voorwerpen van‐
daan houden.
► De accu niet blootstellen aan hoge druk.
► De accu niet in de magnetron plaatsen.
► De accu tegen chemicaliën en zouten
beschermen.
4 Veiligheidsinstructies
0458-828-9621-C