NL
35 Nm + 5 in acht. Gebruik een momentsleu-
tel.
4. Borg de zeskantbout met een borgmoer
(04/4).
5.2
Monteren van de
stuurkolomafdekking (05 - 12)
Nadat het stuurwiel gemonteerd is, moet de
stuurkolomafdekking met contactslot en de vrij-
schakelstang (afhankelijk van het model) gemon-
teerd worden:
1. Alleen bij apparaten met een traploze hy-
drostatische aandrijving:
■
Verwijder van de vrijschakelstangen
(05A/1) de splitpen (05A/5) en de sluit-
ring (05A/4).
■
Positioneer de vrijschakelstangen (06/1)
aan het uiteinde van de schakelstangen
(06/2).
■
Steek de vrijschakelstangen door de vrije
opening aan het uiteinde van de scha-
kelstangen (05B/3) en zet ze vervolgens
weer met de sluitring (05B/4) en de split-
pen (05B/5) vast.
2. Draai de stuurkolomafdekking (07/1) door
losdraaien van de 6 bevestigingsbouten
(07/2) uit elkaar.
3. Steek de achterste stuurkolomafdekking (met
contactslot) (08/1) in de opnamen (08/2) op
de zitmaaier.
4. Verbind de kabel (09/1) van het contactslot
met de kabel (09/2) van de zitmaaier (09/a).
5. Alleen bij apparaten met een traploze hy-
drostatische aandrijving: Schuif de vrijscha-
kelstang (10/1) door de opening aan de zij-
kant van de afdekking (10/2) en zet hem met
de meegeleverde handgreepknop (10/3) vast
6. Voorste afdekking bevestigen:
■
Steek de voorste afdekking (11/1) in de
opnamen op de zitmaaier (11/a).
■
Draai de 6 bevestigingsbouten (12/1)
weer vast.
5.3
Monteren van de bestuurdersstoel (13, 14)
1. Klap de houder van de stoel (13/1) naar vo-
ren.
2. Positioneer de stoel (13/2) voor de stoelhou-
der en draai de bevestigingsbouten (13/3) in.
3. Klap de stoelhouder met de stoel (14/1) terug
en schuif hem naar voren of naar achteren
om de positie op de bestuurder aan te pas-
sen (14/a).
20
4. Klap de stoelhouder naar voren en draai de
bevestigingsbouten (14/2) van de stoel aan.
5.4
Monteren van de grasopbvangbak (15 - 23)
1. Zet het frame van de bak (15/1) in elkaar en
schroef het met bouten en moeren op de ge-
markeerde plaatsen (15/2) vast.
2. Draai alle bouten en moeren los, om het
frame van de bak in de gewenste positie te
brengen (16).
3. Schuif het frame zo in de grasopvangbak
(17/1) dat de houder voor de draagbeugel
boven uit de grasopvangbak steekt. Zorg er-
voor dat het vaste gedeelte van de grasop-
vangbak onder is.
4. Klem de kunststof profielen met een schroe-
vendraaier (19/1) op het frame (18/19).
5. Plaats de draagbeugel (20/1, 20/a) langs bo-
ven op het frame en schroef de draaghand-
greep met de meegeleverde bouten (20/2)
vast.
6. Schuif de verlenghendel (21/1) in de grasop-
vangbak (21/a).
7. Vermijd dat de verlenghendel uit de houder
schuift (22/1) door een schroef in te draaien.
8. Hang de compleet gemonteerde grasopvang-
bak in de opnamen op de zitmaaier (23).
9. Grasopvangbak omlaag klappen (23/a) en
controleren of de veiligheidsschakelaar (23/1)
wordt bediend.
5.5
Startaccu monteren (24, 25)
Bij de leveromvang van de zitmaaier is een star-
taccu inbegrepen.
De houder van de startaccu bevindt zich onder
de motorkap.
In principe is de startaccu af fabriek opgeladen.
WAARSCHUWING! Gevaar door verkeer-
de omgang met de startbatterij! Neem de vol-
gende punten in acht om gevaren te vermijden
die kunnen ontstaan door foutieve omgang met
de batterij!
■
De startaccu mag niet in de buurt van open
vuur worden opgeslagen of verbrand of op
een verwarming worden gelegd. Er bestaat
explosiegevaar.
■
Bewaar de startaccu in een koele, droge
ruimte (10 – 15 °C) voor opslag in de winter.
Temperaturen onder het vriespunt moeten
vermeden worden tijdens de opslag.
R7-62.5 | R7-63.8 A | R7-65.8 HD
Montage