Les caches latéraux sont maintenus par pression sur le corps
de chauffe par 2 ressorts. Pour les retirer, déplacez-les sim-
plement vers vous.
La fixation du cadre se fait à l'aide des 4 écrous de fixation
M6 (clé de 10), sur les parties basse et haute de la carosse-
rie. Un réglage est possible (+-12mm) pour pouvoir aligner le
cadre sur l'habillage.
1.7. e
léments intérieurs
Toutes les pièces intérieures sont amovibles pour pouvoir être remplacées, et pour don-
ner l'accès aux éléments techniques situés dans l'appareil (chicane, clapet, ...). Ces
pièces sont fabriquées soit en inox, soit en vermiculite (Skamolex).
Ces différentes pièces doivent être démontées dans un ordre bien précis, en suivant les
instructions ci-dessous.
!
Les pièces en vermiculite sont fragiles (surtout en présence d'humidité).
Pour éviter de les endommager, manipulez-les avec précaution.
Chicanes
Ce foyer est équipé de chicanes qui favorisent les échanges
thermiques avec le corps de chauffe et avec l'air de convec-
tion, pour un rendement maximal.
La chicane inférieure en skamolex est simplement posée.
Pour la retirer, soulevez-la de 1cm et déplacez-la vers vous.
Une fois cette chicane retirée, cela vous donne l'accès à
deux autres chicanes, appelées «chicanes guillotines».
Elles permettent de modifier la section de passage des
gaz de combustion pour pouvoir adapter (régler) l'appareil
au tirage de la cheminée. Ces deux chicanes doivent être
réglées de façon identique à gauche et à droite.
Pour modifier le réglage, dévissez les deux vis M5 (douille
de 8), positionnez la chicane dans un des 6 ergots, puis
resserez les vis. Lorsque la chicane est en position basse,
elle réduit la section de passage et limite le débit de fumée.
Ces chicanes guillotines seront donc placées en position
basse dans le cas d'une cheminée à tirage élevé (cheminée
haute). Et inversement, les chicanes guillotines seront rele-
vées lorque le tirage de la cheminée est faible.
10
bevestigd aan de haard. Om de 2 zijdelingse afdekkingskapjes
te verwijderen, trek je ze gewoon naar u toe.
De kader is bevestigd met behulp van de 4 bevestigingsmoeren
(M6, bus 10), 2 aan de basis en 2 op het dak van de bekleding.
Een regeling is mogelijk (+/- 12mm) om het kader op de bekle-
ding uit te lijnen.
1.7. o
nderdelen in de hAArd
Alle interne onderdelen kunnen verwijderd worden om enerzijds
deze elementen gemakkelijke te kunnen vervangen maar anderzijds ook om gemakke-
lijk toegang te hebben aan deze technische onderdelen in de haard (vlamplaat, klep,...).
De wisselstukken zijn in inox of in vermiculiet (Skamolex).
Deze verschillende onderdelen moeten in een specifieke volgorde worden gedemon-
teerd, volgens de onderstaande instructies.
!
De wisselstukken in vermiculiet zijn breekbaar (vooral in de aanwezigheid
van vocht). Om ze niet te beschadigen, moet u voorzichtig zijn.
Vlamplaten
Deze haard is uitgerust met vlamplaten die de warmtewisse-
ling met het toestel en met de convectielucht bevorderen, voor
maximale rendement.
De laagste vlamplaat (eerste die u ziet), in skamolex ligt er
eenvoudig bij. Om deze te verwijderen, tilt u het 1cm op en
beweegt u ze naar u toe.
Zodra de vlamplaat verwijderd is, geraakt u bij de twee andere
"mobiele vlamplaten" – ook wel guillotine vlamplaten genoemd.
Ze maken het mogelijk om het doorlaatgedeelte van de ver-
brandingsgassen te regelen om het toestel aan te passen aan
de trek van de schoorsteen. Deze twee vlamplaten zowel lin-
ker- als rechterkant, moeten identiek geregeld.
Om de positie te wijzigen, draait u de twee M5-schroeven
(inbus 8) los, plaatst u de mobiele vlamplaat in één van de 6
nokken en draait u de schroeven vast. Wanneer de vlamplaat
in de lage positie zit, vermindert dit het doorgangsgedeelte voor
de rook. Deze « mobiele vlamplaten » zullen daarom in de lage
positie worden geplaatst in het geval we te maken hebben met
een schoorsteen met sterke trekkracht (hoge schoorsteen). En
omgekeerd, zullen de "mobiele vlamplaten" omhoog geplaatst
worden indien de trek van de schoorsteen laag is.
(i
).
nterne onderdelen