Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
– Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
8.1 Koelventilator
Als het apparaat aanstaat, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
Na het uitschakelen van het apparaat
blijft de ventilatie doorgaan om het ap-
paraat af te koelen en schakelt daarna
vanzelf uit.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
8.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie
Uit-stand
Het apparaat staat uit.
Voor het braden of braden en bakken van gerechten
waarvoor dezelfde bereidingstemperatuur nodig is, op
Multi hete-
meer dan één steunhoogte, zonder dat er smaken wor-
lucht
den overgebracht van het ene naar het andere gerecht.
Stel de oventemperatuur (20-40 °C) lager in dan bij be-
reiding met onder- en bovenwarmte.
Bakken en braden op één ovenniveau. De bovenste en
Boven + On-
onderste verwarmingselementen worden gelijktijdig in-
derwarmte
geschakeld.
blad over het oppervlak te schui-
ven.
– Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlek-
ken, waterkringen, vetvlekken en
glimmende metaalachtige ver-
kleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskera-
miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
Zet de temperatuurknop op de ge-
2.
wenste temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo-
lang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
3.
Draai om het apparaat uit te schake-
len de functieknop van de oven en
de thermostaatknop op de uit-stand.
Applicatie
NEDERLANDS
15