2.4
GEVAREN: Gebruik van deze apparatuur in gebieden met gevaren voor het milieu kan aanvullende voorzorgsmaatregelen
vereisen, om de mogelijkheid van letsel voor de gebruiker of beschadiging aan de apparatuur te voorkomen. Gevaren
kunnen de volgende omvatten, maar zijn niet beperkt tot: hitte, bijtende chemicaliën, corrosieve omgevingen,
hoogspanningsleidingen, explosieve of giftige gassen, bewegende machines, scherpe randen en bovenhoofdse materialen
die kunnen vallen en de gebruiker of het persoonlijke valstopsysteem kunnen raken.
2.5
VRIJE VAL: Afbeelding 3 toont de onderdelen van een valstopsysteem. Er moet voldoende valspeling (Fall
Clearance - FC) zijn om een val op te vangen voordat een gebruiker in aanraking komt met de grond of enig ander
obstakel. Valspeling wordt beïnvloed door meerdere factoren, waaronder: Verankeringslocatie, (A) Lijnlengte,
(B) Lijnvertragingsafstand of maximale valopvangafstand van valstopapparaat, (C) Harnaselasticiteit en D-ring/
connectorlengte en inzakking (doorgaans een veiligheidsfactor van 1 m). Raadpleeg de instructies van uw
valstopsubsysteem voor specifieke informatie over het berekenen van de vrije val.
2.6
SCHEEF VALLEN: Zwenkvallen ontstaan wanneer het verankeringspunt niet recht boven het punt ligt waar een val optreedt
(zie afbeelding 4). De kracht waarmee tegen een voorwerp wordt gestoten bij scheef vallen, kan ernstig letsel of de dood
veroorzaken. Minimaliseer zwenkvallen door zo recht mogelijk onder het ankerpunt te werken. Vermijd scheef vallen als er letsel
kan ontstaan. Scheef vallen verhoogt de vereiste vrije val aanzienlijk als er een zelfintrekbaar apparaat of ander verbonden
subsysteem met variabele lengte gebruikt wordt.
2.7
COMPATIBILITEIT VAN ONDERDELEN: 3M-apparatuur is ontworpen voor gebruik met alleen door 3M goedgekeurde
onderdelen en subsystemen. Substituties of vervangingen door niet-goedgekeurde onderdelen of subsystemen kunnen de
compatibiliteit van apparatuur in gevaar brengen en kunnen de veiligheid en betrouwbaarheid van het volledige systeem
negatief beïnvloeden.
2.8
COMPATIBILITEIT VAN CONNECTOREN: Connectoren worden als compatibel met verbindende elementen beschouwd
wanneer deze zijn ontwikkeld om op een zodanige manier samen te werken dat de maten en vormen, ongeacht hun
oriëntatie, geen onbedoeld opengaan van openingsmechanismen veroorzaken. Neem contact op met 3M als u vragen hebt
over compatibiliteit.
Connectoren (haken, karabijnhaken en D-ringen) moeten in staat zijn om ten minste 5.000 lbs (22,2 kN) te dragen.
Connectoren moeten compatibel zijn met de verankering of andere systeemcomponenten. Gebruik geen apparatuur die
niet compatibel is. Verbindingen die niet compatibel zijn, kunnen onbedoeld losraken (zie afbeelding 5). Connectoren
moeten compatibel zijn qua grootte, vorm en sterkte. Als het verbindingselement waaraan de musketonhaak
of karabijnhaak bevestigd wordt, te klein of onregelmatig van vorm is, kan er een situatie optreden waarbij het
verbindingselement kracht uitoefent op de opening van de musketonhaak of karabijnhaak (A). Door deze kracht kan de
opening (B) opengaan, waardoor de musketonhaak of karabijnhaak kan losraken van het verbindingspunt (C).
Volgens ANSI Z359 en OSHA zijn zelfvergrendelende musketon- en karabijnhaken vereist.
2.9
VERBINDINGEN MAKEN: Met deze apparatuur mogen alleen zelfvergrendelende musketonhaken en karabijnhaken
gebruikt worden. Zorg ervoor dat de verbindingen qua grootte, vorm en sterkte bij elkaar passen. Gebruik geen
apparatuur die niet compatibel is. Controleer of alle verbindingen volledig gesloten en vergrendeld zijn.
3M-connectoren (musketonhaken en karabijnhaken) zijn ontworpen om alleen gebruikt te worden zoals in de
gebruikersinstructies van elk product vermeld staat. Zie Afbeelding 6 voor voorbeelden van onjuiste verbindingen. Verbind
musketonhaken of karabijnhaken niet:
A.
Aan een D-ring waaraan al een andere verbinding bevestigd is.
B.
Op een manier waardoor er een belasting op de opening komt te staan. Musketonhaken met een grote halsopening
mogen niet worden verbonden met standaardformaat D-ringen of vergelijkbare voorwerpen. Dit resulteert in een
belasting van de snapper als de haak of D-ring draait, tenzij de musketonhaak voldoet en is voorzien van een snapper
die geschikt is voor 3.600 lb (16 kN). Controleer de markering op uw musketonhaak en ga na of deze geschikt is voor
uw toepassing.
C.
Bij een onjuiste aankoppeling, waarbij onderdelen die uitsteken buiten de nok van de karabijnhaak op de D-ring
haken en zonder visuele bevestiging volledig aangekoppeld lijken te zijn aan het verankeringspunt.
D.
Aan elkaar.
E.
Direct aan singelband of kabellijn of terugbindlijn (tie-back) - tenzij de instructies van de fabrikant een dergelijke
verbinding voor zowel de lijn als de connector specifiek toestaan.
F.
Aan elk object dat een zodanige vorm of dimensie heeft dat de musketonhaak of karabijnhaak niet dicht en op slot
kan gaan, of daar waar uitrollen kan optreden.
G.
Op een manier die de connector onder belasting geen correcte positie laat innemen.
198