All manuals and user guides at all-guides.com
NL
De accu moet altijd aangesloten zijn als
u de motor wilt laten lopen. Anders
kunnen de dynamo en het elektrische
systeem beschadigd raken.
5.8.4 Reiniging
Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze
schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met
een staalborstel en smeer ze in met vet.
5.9 Luchtfilter, motor
5.9.1 Luchtfilter
(Unlimited, President, Power)
Het voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25
werkuren worden gereinigd/vervangen.
Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren
worden gereinigd/vervangen.
LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien
de machine in stoffige omstandigheden moet
werken.
Verwijder/installeer de luchtfilters als volgt:
1. Maak voorzichtig schoon rond de luchtfil-
terkap.
2. Demonteer de luchtfilterkap (23:A) door de
twee klemmen te verwijderen.
3. Demonteer het filter (23:B). Het voorfilter
wordt over het luchtfilter geplaatst. Zorg ervoor
dat de carburateur niet vuil wordt. Maak de be-
huizing van het luchtfilter schoon.
4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes
mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien
het filter erg vuil is, moet het worden vervan-
gen.
5. Reinig het voorfilter. Indien het filter erg vuil is,
moet het worden vervangen.
6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
Bij het schoonmaken van de behuizing van het
papierfilter mogen geen perslucht of oplosmidde-
len op basis van petroleum worden gebruikt.
Hierdoor raakt het filter beschadigd.
5.9.2 Luchtfilter (Excellent)
Het voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25
werkuren worden gereinigd.
Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren
worden vervangen.
LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien
de machine in stoffige omstandigheden moet
werken.
Verwijder/installeer de luchtfilters als volgt:
1. Demonteer het rechterachterwiel.
2. Maak voorzichtig schoon rond de luchtfil-
terkap.
3. Demonteer de luchtfilterkap (21:A) door de
schroef (21:B) los te draaien.
80
NEDERLANDS
4. Demonteer de filters. Het voorfilter (21:C)
wordt over het luchtfilter (21:D) geplaatst. Zorg
ervoor dat de carburateur niet vuil wordt. Maak
het luchtfilterhuis schoon.
5. Reinig het voorfilter (21:C) in vloeibaar
schoonmaakmiddel en water. Wring het filter
uit tot het droog is. Giet een beetje olie op het
filter en knijp de olie erin.
6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
Controleer of de rubberen afdichting (21:E) niet
is beschadigd. Vervang de afdichting indien
nodig.
5.10 Bougie
De bougie(s) moet(en) na elke 2000 werkuren
worden vervangen (=bij elke tweede basic serv-
ice).
Maak schoon rond de bevestiging van de bougie
voordat u deze losmaakt.
Bougie: Champion RC12YC of gelijkwaardig.
Afstand elektroden: 0,75 mm.
5.11 Luchtinlaat
Zie 10, 11, 12:W. De motor is luchtgekoeld. Door
een verstopt koelsysteem kan de motor beschadigd
raken. Reinig de luchtinlaat van de motor na elke
50 werkuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic
service nauwkeurig gereinigd.
5.12 Smeren
Alle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na
elke 50 werkuren en na elke wasbeurt worden ges-
meerd.
Onderdeel Actie
Wiellager
2 smeernippels. Gebruik een
smeerpistool met universeel vet.
Pomp tot het vet eruit komt.
Middelpunt 4 smeernippels. Gebruik een
smeerpistool met universeel vet.
Pomp tot het vet eruit komt.
Stuurkettin-
Reinig de kettingen met een
gen
staalborstel.
Smeer de kettingen met uni-
versele kettingspray.
Spanning-
Smeer de lagerpunten met een
sarmen
oliehouder terwijl alle regelaars
zijn geactiveerd.
Dit werkt het beste met twee per-
sonen.
Bediening-
Smeer de uiteinden van de kabels
skabels
met een oliehouder terwijl alle
regelaars zijn geactiveerd.
Dit moet worden gedaan door
twee personen.
Afb.
23
24
-
25
26