Gasdruk - Riello RS 55/M BLU Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

5.9.3

Gasdruk

Tab. H geeft het minimumdrukverlies aan op de gastoevoerlei-
ding in functie van het maximumvermogen van de brander.
1 p
Vermogen
(kW) (mbar)
G20 G25
300 3,2 4,6
350 4,5 6,3
400 5,8 8,0
450 7,1 9,7
500 8,4 11,4
550 10,2 13,6
600 12,1 16,1
650 14,0 18,6
680 15,2 20,1
De waarden vermeld in de tabel verwijzen naar:
– aardgas G 20 Cal. ond. 9,45 kWh/Sm
– aardgas G 25 Cal. ond. 8,13 kWh/Sm
Kolom 1
Drukverlies branderkop.
Gasdruk gemeten aan stopcontact 1)(Fig. 18), met verbrandings-
kamer op 0 mbar.
Kolom 2
Drukverlies gassmoorklep 2)(Fig. 18) met maximumopening:
90°.
Kolom 3
Drukverlies van gasstraat 3)(Fig. 18) omvat:
• regelventiel (VR)
• veiligheidsventiel (VS) (beide met maximumopening)
• drukregelaar (R)
• filter (F)
Om het maximumvermogen bij benadering te kennen waarop de
brander werkt:
– trek van de gasdruk aan het afnamepunt 1)(Fig. 18) de druk
in de verbrandingskamer af.
– Zoek in Tab. H van de brander de drukwaarde die het dichtst
bij het resultaat van de aftrekking ligt.
– Lees aan de linkerkant het overeenkomstige vermogen af.
Voorbeeld:
Werking aan het maximumvermogen
Gasdruk op het afnamepunt 1)(Fig. 18)
Druk in de verbrandingskamer
14,1 - 2
Een druk van 12,1 mbar, kolom 1, komt in Tab. H overeen met
een vermogen van 600 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting; het werkelijke debiet
wordt daarna gemeten op de gasmeter.
Installatie
2 p
(mbar)
3970144
G20 G25 G20
0,3 0,4 8,7
0,3 0,5 11,2
0,4 0,6 14,0
0,6 0,8 16,8
0,7 1,0 19,8
0,9 1,2 23,1
1,0 1,4 26,6
1,2 1,6 30,2
1,3 1,8 32,4
3 3
(8,2 Mcal/Sm )
3 3
(7,0 Mcal/Sm )
= 14,1 mbar
= 2 mbar
= 12,1 mbar
19
3 p (mbar)
3970180
G25 G20 G25
12,2 4,3 5,7
15,6 5,4 7,1
19,1 6,5 8,7
23,1 7,7 10,2
27,4 9,0 11,9
10,2 13,5
11,6 15,3
12,9 17,2
13,8 18,4
Om daarentegen de nodige gasdruk te kennen op het afname-
punt 1)(Fig. 18), wanneer het maximumvermogen waaraan de
brander moet werken vastligt:
– zoek in Tab. H van de brander de waarde voor het vermogen
die het dichtst in de buurt van de gewenste waarde ligt.
– Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het afname-
punt 1)(Fig. 18).
– Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de verbran-
dingskamer op.
Voorbeeld:
Gewenst maximumvermogen: 600 kW
Gasdruk bij een vermogen van 600 kW
Druk in de verbrandingskamer
druk nodig op het afnamepunt 1)(Fig. 18).
3
VS
R
F
NL
3970146 3970181
3970160 3970182
G20 G25 G20
3,2 3,6 3,4
3,4 4,5 3,6
4,1 5,5 3,8
4,9 6,6 4,0
5,7 7,8 4,2
6,6 9,1 4,4
7,6 10,3 4,6
8,6 11,7 4,9
9,2 12,5 5,0
= 12,1 mbar
= 2 mbar
12,1 + 2 = 14,1 mbar
VR
D3790
G25
3,7
3,9
4,1
4,4
4,7
5,0
5,3
5,7
6,0
Tab. H
1
2
Fig. 18
20040560