6.3 Aanwijzingen voor de bediening
•
Maak het apparaat voor het eerste gebruik schoon. Houd u aan de aanwijzingen
uit hoofdstuk 7 "Reiniging".
VOORZICHTIG!
Zet geen leeg kookgerei op het kookvlak.
Wanneer u een lege pan of koekenpan verwarmt, wordt de beveiliging tegen
oververhitting geactiveerd, er klinkt een geluidssignaal en het apparaat
schakelt uit. Op de digitale display verschijnt de foutmelding "E02".
Verwijder in dat geval het kookgerei van de kookplaat en laat het apparaat
een paar minuten afkoelen. Plaats vervolgens een pan of koekenpan met
inhoud op het kookveld en schakel het apparaat weer in.
•
Plaats een geschikte pan met een gerecht in het midden van het gekozen kookvlak.
•
Steek de stekker in een geschikt, enkelvoudig stopcontact.
Er klinkt een geluidssignaal en het rode controlelampje AAN gaat branden.
•
Druk op de AAN/UIT-knop
Het controlelampje functiekeuze
Instellingen
TIP!
Voor het koken of stomen van gerechten (max. temperatuur 170 ° C) kiest
u een van de vermogensniveaus.
Voor het bakken van gerechten of frietjes (max. temperatuur 240° C) kiest u een
van de temperatuurniveaus (60 ° C - 240 ° C).
•
Met elke volgende druk op de functiekeuzeknop
in de onderstaande volgorde:
➨ ➨ ➨ ➨ Vermogen + tijd
Vermogen
(Power)
•
De naam van de gekozen werkingsmodus verschijnt op het bedieningspaneel.
om de inductiekookplaat in te schakelen.
(Power + Timer)
knippert, en de blokkadeknop
verandert u de werkingsmodus
➨ ➨ ➨ ➨
Temperatuur ➨ ➨ ➨ ➨
(Temp)
brandt.
Temperatuur + tijd
(Temp + Timer)
- 135 -