5.7.4
Regeling servomotor luchtklep
Eerste vlamgang - NOK I
Nok I (Afb. 15) regelt, via de micrometrische schroef, de positie
van de luchtklep van de 1e vlamgang (referentiewaarde geijkt in
de fabriek 25°).
Tweede vlamgang - Nok II en NOK III
Nok II (Afb. 15) regelt, via de micrometrische schroef, de positie
van de luchtklep van de 2e vlamgang (referentiewaarde geijkt in
de fabriek 50°, niet hoger dan 65°).
Nok III (Afb. 15) bedient de opening van de klep van de 2° vlam-
gang (referentiewaarde geijkt in de fabriek 35°).
Moet nok II altijd minstens 15° anticiperen.
NOK V
Nok V (Afb. 15) is in de fabriek gepositioneerd (referentiewaarde
geijkt in de fabriek 90°).
Deze regeling mag niet gewijzigd worden.
5.8
Stand sonde-elektrode
Controleer dat het plaatje 3)(Afb. 16) altijd langs de vlakke
kant van de elektrode 1)(Afb. 16) wordt aangebracht.
Plaats de isolator van de sonde 4)(Afb. 16) tegen de lucht-
verdeler 2)(Afb. 16).
20141175
Installatie
D4360
Micrometrische schroeven
3,5 ±
0,3
D6088
18
NL
31 ±
0,3
1
3
4
Afb. 15
2
Afb. 16