Dräger Pulsar 7000 Serie Notice D'utilisation page 212

nl Omschrijving
3.2 Functionele beschrijving
Dräger Pulsar 7000 Serie bestaat uit verschillende gaswaarschuwingssystemen. Het systeem is verkrijgbaar in de onderstaande
varianten:
Dräger Pulsar 7000 Serie – Open-Path-gasdetector

Dräger Pulsar 7000 Serie – Duct-Mount-gasdetector

Brandbare koolwaterstoffen absorberen een bepaald golflengtebereik van infraroodstraling. De gaswaarschuwingssystemen
gebruiken deze eigenschap.
Ieder gaswaarschuwingssysteem bestaat uit transmitter en ontvanger. De transmitter genereert infrarood licht m.b.v. meerdere
xenon-lichtbronnen en straalt dit pulserend uit. Optische sensoren in de ontvanger herkennen of een koolwaterstofhoudende
gaswolk in het meettraject tussen transmitter en ontvanger een deel van de infraroodstraling absorbeert. De intensiteit van de
infraroodstraling die op de ontvanger treft wordt omgezet in analoge stroomsignalen. De ontvanger geeft deze signalen via een
4 tot 20 mA-interface door aan een analyse-eenheid (bijvoorbeeld de Dräger REGARD
voorzien van een configureerbaar nulpunt-vangbereik. Kleine signaalvariaties of signaalruis binnen dit bereik zijn ingesteld op
exact 4 mA.
Het gaswaarschuwingssysteem meet een integrale gasconcentratie in het meettraject. Het signaal dat de ontvanger doorgeeft
aan de analyse-eenheid is proportioneel aan de gemeten integralen gasconcentratie. Afhankelijk van het gebruikte
gaswaarschuwingssysteem zijn de ontvangers af fabriek gekalibreerd voor verschillende gassen:
Methaan/propaan: Pulsar 7700 RX

Ethyleen: Pulsar 7900 RX

Invloeden veroorzaakt door regen, sneeuw of vuil op de lenzen worden bijna volledig gecompenseerd door de meting van een
referentiegolflengte van de infraroodstraling.
De optiek van transmitter en ontvanger is voorzien van een verwarming om de werking in geval van ijs, sneeuw of condensatie
te verbeteren.
Voor de communicatie tussen transmitter en ontvanger kan een DIGITAL LINK-verbinding worden geïnstalleerd. Via de DIGITAL
LINK-verbinding kan de ontvanger de signaalsterkte en de flitsfrequentie in de transmitter verhogen (intensieve modus).
Daardoor kunnen nadelige omgevingsinvloeden tot een bepaalde graad worden gecompenseerd. Zonder DIGITAL LINK-
verbinding vindt er geen communicatie plaats tussen transmitter en ontvanger. Daardoor heeft het systeem de volgende
beperkingen:
geen intensieve modus

langere responstijden (zie hoofdstuk 8 op pagina 232)

lagere updatefrequentie van de gemeten waarden

beperkte bediening in de afstelmodus

Dräger adviseert de DIGITAL LINK-verbinding te gebruiken.
Transmitter en ontvanger zijn geconfigureerd voor verschillende bereiken.
Afhankelijk van de vereiste meetafstand kunnen de componenten als volgt worden gecombineerd:
Transmitter
Pulsar 7000 TX S (4 - 60 m)
Pulsar 7000 TX L (30 - 200 m)
Pulsar 7000 TX S (4 - 60 m)
Pulsar 7000 TX L (30 - 200 m)
Pulsar 7000 TX S (4 - 60 m)
Pulsar 7000 TX L (30 - 200 m)
212
Pulsar 7700 RX S (4 - 120 m, methaan, propaan)
zonder DIGITAL LINK-verbinding
4 - 60 m
30 - 120 m
Pulsar 7700 RX L (100 - 200 m, methaan, propaan)
-
100 - 120 m
Pulsar 7900 RX S (4 - 120 m, ethyleen)
4 - 30 m
30 - 60 m
®
7000). De interface van 4 tot 20 mA is
Ontvanger
met DIGITAL LINK-verbinding
4 - 60 m
30 - 120 m
100 - 200 m
4 - 60 m
30 - 120 m
-