Bevestiging van de camera in de camerabeugel
Voor het monteren van de camera alleen inbusbouten gebruiken.
Langere schroeven beschadigen de camera.
De camera in de camerabeugel schuiven en zodanig in de juiste stand
brengen, dat het objectief een hoek van ca. 50° (zie
de loodlijn van het voertuig maakt.
Bevestig de camera losjes met de inbusbouten.
De schroeven worden aangetrokken, zo gauw het uitrichten van de
camera met behulp van de monitor heeft plaatsgevonden.
Om corrosie van de schroeven tegen te gaan, is het aan te bevelen, het
schroefdraad in te vetten.
Benodigdheden voor het bevestigen van de camera zie
Algemene aanwijzingen voor het aanleggen van de kabels!
Niet-vakkundige aanleg van kabels en kabelverbindingen leiden steeds
weer tot onjuist functioneren of beschadigingen van delen van de
installatie.
Correcte aanleg en verbinding van kabels is grondvoorwaarde voor het
langdurig en foutloos functioneren van de uitbreidende componenten.
Let op de volgende punten:
– Leg de kabels indien mogelijk altijd aan binnen in het voertuig,
want daar zijn ze beter beschermd dan buiten het voertuig. Mocht
u de kabels desondanks buiten het voertuig aanleggen, let dan op een
veilige bevestiging (door extra kabelbinders, isolatieband, enz.).
– Om beschadigingen aan kabels te vermijden, bij de aanleg van de
kabels steeds genoeg afstand tot warme en bewegende voertuigdelen
(uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo's, ventilatoren enz.) aanhouden.
– Iedere verbinding van de kabels (ook binnen in het voertuig) met een
goede isolatie-band dicht omwikkelen.
– Let er bij het leggen van de kabels op, dat deze:
1. niet sterk worden geknikt of verdraaid,
2. niet aan randen langs schuren,
3. niet zonder bescherming door scherpgekante doorvoeringen gelegd
worden.
A5_921-02 -NL- RV 250 neu.p65
Montage van de buitencamera
Kabelaanleg
103
G 10) met
G 10.
103
18-09-2003, 11:30