Sortir le fil inférieur
Sortir le fil inférieur
Maintenir le fil supérieur avec la main gauche. Tournez
➊
le volant dans le sens inverse des aiguilles d'une montre,
l'aiguille s'abaisse puis se soulève à nouveau.
Tirez avec précaution sur le fil supérieur et soulevez
➋
le fil inférieur à travers le trou de couture situé sur la
plaque à aiguille.
Le fil supérieur sort en boucle.
Tirez sur les extrémités des deux fils vers l'arrière sous
➌
le pied de biche.
Contrôle de l'enfilage du fil inférieur
➍
Si le fil inférieur est correctement enfilé, il passe légère-
ment de travers au-dessus de la canette (1.).
Très important : Si le fil ne se trouve pas dans cette po-
sition, cela entrave de manière importante les résultats
de couture (tension du fil incorrecte, des
« nœuds de fil » se forment sous la plaque à aiguille,
etc.). La canette et le fil inférieur doivent dans ce cas
être à nouveau enfilés (voir page 37).
Drawing up the lower thread
Drawing up the lower thread
Hold the upper thread with the left hand. Turn the
➊
handwheel towards you (counterclockwise) lowering,
then raising the needle.
Gently pull on the upper thread to bring the bobbin
➋
thread up through the needle plate hole.
The bobbin thread will come up in a loop.
Pull both threads to the back under the presser foot.
➌
Threading control for bobbin thread
➍
– If the bobbin thread is correctly threaded, it is lead over
the bobbin at a slight angle (1.).
Very important: If the thread is not visible at this point,
heavy disturbances occur during sewing (thread tension
completely wrong, „thread nests" on the bottom etc.).
The bobbin and the bobbin thread have to be rethread-
ed (see page 37).
Het ophalen van de
onderdraad
Het ophalen van de onderdraad
Houd de bovendraad met de linkerhand vast. Draai het
➊
handwiel naar u toe (linksom), de naald gaat omhoog
en omlaag.
Trek voorzichtig aan de bovendraad en trek de onder-
➋
draad door het stikgat in de naaiplaat mee omhoog.
De onderdraad komt tevoorschijn als een lus.
Trek de beide draaduiteinden naar achteren onder de
➌
persvoet.
Inrijgcontrole voor de onderdraad
➍
– Bij een goed ingeregen onderdraad wordt de draad licht
schuin over het spoeltje geleid (1.).
Zeer belangrijk: Als de draad niet zichtbaar is, dan
ontstaan grote storingen tijdens het naaien (draadspan-
ning verkeerd, draadknopen aan de onderkant etc.). De
spoel en de onderdraad moeten dan opnieuw worden
ingeregen (zie pagina 37).
45