1. De verbinder opdraaien, zie hoofdstuk 4.2 of
hoofdstuk 4.3.
2. De opgedraaide verbinder in een rechte hoek
in het werkstuk invoeren, tot de zetkop vlak
ligt.
3. De trigger bedienen.
Het verbindingsmiddel wordt bevestigd.
»
Het bevestigingsapparaat is klaar voor het
»
bevestigen van het volgende verbindings-
middel.
4 .5
HANDMATIG AFDRAAIEN
In het geval de ingestelde
afdraailtijd te kort is of in het geval
er een verbinder is gebruikt met
een langere schroefdraad dan de
verbinder waarmee het bevesti-
gingsapparaat is ingesteld, kan
de verbinder handmatig worden
afgedraaid.
Voorwaarde:
•
Een verbinder werd direct van tevoren
geplaatst en na afloop van het zetproces is de
verbinder nog niet volledig afgedraaid.
1. De pijltoets naar boven indrukken en
tegelijkertijd de trigger bedienen.
De verbinder wordt afgedraaid.
»
2. De pijltoets naar boven en de trigger loslaten,
zodra de verbinder compleet is afgedraaid.
Het bevestigingsapparaat is klaar voor het
»
bevestigen van het volgende verbindings-
middel.
4 .6
NOODBEDRIJF /
SCHROEFDRAADDOORN OF
SCHROEFDRAADHULS IS
GEKANTELD
Wanneer de schroefdraaddoorn
resp. de schroefdraadhuls
is gekanteld en niet meer
los kan worden geschroefd,
kan het noodbedrijf van het
bevestigingsapparaat worden
gestart om de schroefdraaddoorn /
schroefdraadhuls handmatig
uit het bevestigingsapparaat te
verwijderen.
Voorwaarde:
•
Het ontgrendelde startbeeldscherm /
werkbeeldscherm wordt op het beeldscherm
getoond.
•
Schroefdraaddoorn / schroefdraadhuls is
gekanteld in het bevestigingsapparaat.
398 | Nederlands
•
Een steeksleutel / dopsleutel SW 5 is binnen
handbereik.
1. Pijltoets naar boven en pijltoets naar beneden
tegelijkertijd indrukken.
Op het beeldscherm verschijnt het menu
»
Emergency Mode met instructies.
2. De wartelmoer linksom met de hand van de
voorste huls afschroeven.
3. De OK-toets indrukken.
Het apparaat brengt de schroefdraad-
»
doorn resp. de schroefdraadhuls terug in
de voorste eindstand.
4. Het mondstuk linksom met de hand
losschroeven en wegnemen.
5. De wartelmoer rechtsom weer op de voorste
huls draaien.
6. Het apparaat met een hand vasthouden.
7. Met de andere hand de trekhuls linksom met
de hand losmaken en wegnemen.
8. De accu-ontgrendeling bedienen en de accu
uit het bevestigingsapparaat verwijderen.
9. Met een steeksleutel / dopsleutel SW 5 de
schroefdraaddoorn / schroefdraadhuls uit de
trekhuls verwijderen.
10. Schroefdraaddoorn / schroefdraadhuls op
beschadiging controleren en zo nodig door
een nieuwe schroefdraaddoorn resp. een
nieuwe schroefdraadhuls vervangen.
11. Alle delen weer monteren.
12. De gebruikte verbinder weggooien.
13. De accu weer in het bevestigingsapparaat
plaatsen.
Het bevestigingsapparaat is klaar voor
»
gebruik.
5 Onderhoud en reparaties
GEVAAR
Spanningvoerende delen
Overlijden of ernstig letsel door
een elektrische schok
•
Bij defecte isolatie de
stroomvoorziening direct
uitschakelen.
•
Werkzaamheden aan de
elektrische installatie alleen
laten uitvoeren door een
elektricien.
•
Vocht weghouden van
spanningvoerende delen.
•
Systeem gesloten houden.
•
Geen zekeringen overbruggen
of buiten bedrijf stellen.