2. De trigger kort indrukken.
Op het beeldscherm verschijnt het
»
vergrendelde startbeeldscherm /
werkbeeldscherm.
3. De OK-toets 2 seconden ingedrukt houden.
Op het beeldscherm verschijnt het menu
»
Rivdom eVNG Main.
4. Met de pijltoetsen menu-item Setup
selecteren.
5. De selectie met de OK-toets bevestigen.
Op het beeldscherm verschijnt het
»
submenu Setup Menu.
6. Met de pijltoetsen menu-item New Setup
Menu selecteren.
7. De selectie met de OK-toets bevestigen.
Op het beeldscherm verschijnen
»
aanwijzingen.
8. In het geval de gebruikte verbinder een
aan de voorzijde geopende blindklinkmoer
is, de verbinder met de hand zodanig op
de schroefdraaddoorn schroeven, dat een
draadwinding van de schroefdraaddoorn aan
de voorzijde uit de blindklinkmoer uitsteekt.
9. In het geval de gebruikte verbinder een aan
de voorzijde gesloten blindklinkmoer is, de
verbinder met de hand 5 tot 7 omwentelingen
op de schroefdraaddoorn draaien.
10. In het geval de gebruikte verbinder een
blindklinkschroef is, de verbinder met de hand
5 tot 7 omwentelingen in de schroefdraadhuls
draaien.
11. De OK-toets indrukken.
12. Door het indrukken van de pijltoets onder de
verbinder het mondstuk zo dicht naderen, dat
tussen het mondstuk en de verbinder nog een
spleet van 0,5 mm tot 1 mm overblijft.
13. De OK-toets indrukken.
14. Met behulp van de pijltoetsen de zetmodus
Force of Stroke kiezen.
De twee zetmodi Force en Stroke
zijn in hoofdstuk 2.9.2 beschreven.
15. De selectie met de OK-toets bevestigen.
16. Het invoerveld onder New force of New stroke
met behulp van de pijltoetsen kiezen.
17. De selectie met de OK-toets bevestigen.
18. Met behulp van de pijltoetsen een waarde
invoeren en daarbij rekening houden met
de instelwaarden en instelaanwijzingen in
hoofdstuk 3.5.3.
Instelwaarden en verdere
instelaanwijzingen in
hoofdstuk 3.5.3 aanhouden.
19. De selectie met de OK-toets bevestigen.
20. Met behulp van de pijltoetsen Next selecteren
en met de OK-toets bevestigen.
Op het beeldscherm verschijnt de oproep
»
om de verbinder aan te brengen.
21. De opgeschroefde verbinder in een rechte
hoek in het werkstuk invoeren, tot de zetkop
vlak ligt.
22. De trigger bedienen.
Het verbindingsmiddel wordt bevestigd.
»
Op het beeldscherm verschijnt de tekst
»
Result OK?
23. Het resultaat vergelijken met afbeelding d,
waarbij pos. 1 overeenkomt met een te lage
waarde voor de kracht / slag, pos. 2 met een
te hoge waarde van de kracht en pos. 3 met
een optimaal resultaat.
24. Is het resultaat in vergelijking met
afbeelding d niet optimaal en wordt er bij een
te hoge of te lage waarde voor de kracht / slag
gesloten, dan op het beeldscherm met behulp
van de pijltoetsen No selecteren en met de
OK-toets bevestigen.
Op het beeldscherm verschijnt het menu
»
voor het corrigeren van de waarde voor
de kracht / slag.
25. Een nieuwe verbinder pakken.
26. De waarde voor de kracht / slag met behulp
van de pijltoetsen zo lang stapsgewijs
aanpassen tot het zetresultaat overeenkomt
met pos. 3 van afbeelding d en daarbij
rekening houden met de instelwaarden en
instelaanwijzingen in hoofdstuk 3.5.3.
Instelwaarden en verdere
instelaanwijzingen in
hoofdstuk 3.5.3 aanhouden.
Voor ieder nieuw zetproces een
nieuwe verbinder gebruiken.
27. Is het resultaat na het zetten in orde en
komt het overeen met pos. 3 in afbeelding d,
dan op het beeldscherm met behulp van de
pijltoetsen Yes selecteren en met de OK-toets
bevestigen.
Op het beeldscherm verschijnt het menu
»
Set spin on mode.
28. Met behulp van de pijltoetsen Trigger of
Mandrel kiezen.
De twee spindelmodi Trigger en
Mandrel zijn in hoofdstuk 2.9.1
beschreven.
29. De selectie met de OK-toets bevestigen.
30. Met behulp van de pijltoetsen Next selecteren
en met de OK-toets bevestigen.
Op het beeldscherm verschijnt het menu
»
Store setup.
31. Met behulp van de pijltoetsen Yes kiezen.
32. De selectie met de OK-toets bevestigen.
Nederlands | 391