1. Synchroniseer het
patiëntenprogrammeerapparaat en de
neurostimulator.
a. Houd het
patiëntenprogrammeerapparaat met
het scherm van u af gericht direct
boven de neurostimulator.
b. Druk op de synchroniseren-knop
Het therapiescherm verschijnt.
2. Bekijk de batterijstatus in het
therapiescherm.
Tabel 4.7 geeft een overzicht van de
statusschermen voor de niet-oplaadbare
batterij van de geïmplanteerde
neurostimulator.
Als de niet-oplaadbare batterij van een
geïmplanteerde neurostimulator bijna leeg is,
moet de neurostimulator worden vervangen
om stimulatie te kunnen blijven ontvangen.
De geïmplanteerde, niet-oplaadbare
neurostimulator moet dan operatief worden
vervangen.
97740 2015-03-01 Nederlands
.
651