Beschadiging van de behuizing—Als de
behuizing van de neurostimulator door
invloeden van buitenaf is gescheurd of
doorboord, kunnen de chemicaliën uit de
batterij ernstige brandwonden veroorzaken.
Interactie van de neurostimulator met
geïmplanteerde cardiale apparaten—
Wanneer zowel een neurostimulator als een
geïmplanteerd cardiaal apparaat (zoals een
pacemaker of defibrillator) nodig is, dienen de
betrokken artsen (neuroloog, neurochirurg,
cardioloog, hartchirurg) vóór de operatie te
overleggen welke interactie kan optreden
tussen de beide apparaten. De artsen dienen
de apparaten elk aan een andere kant van
het lichaam te plaatsen om beschadiging of
interacties van de apparaten tot een
minimum te beperken of te voorkomen.
•
Door defibrillatietherapie van een
geïmplanteerde defibrillator kan de
neurostimulator beschadigd raken.
•
De elektrische pulsen van het
neurostimulatiesysteem kunnen de
waarneming door het cardiale apparaat
97740 2015-03-01 Nederlands
607