Voordat u uw oven inschakelt, kiest u het
verwarmingssysteem dat u wilt gebruiken.
Inschakelen:
1. Stel de functiekeuzeknop in op het
gekozen systeem.
2. Stel de temperatuurkeuzeknop in op de
gewenste temperatuur.
De ingestelde temperatuur wordt
automatisch geregeld.
Het controlelampje gaat branden
wanneer de oven wordt ingeschakeld en
bij het naverwarmen.
Uitschakelen:
Om de oven uit te schakelen, draait u de
temperatuurkeuzeknop en de
functiekeuzeknop op 0.
80
Oven in- en uitschakelen
Functiekeuzeknop
Functiekeuzeknop
Temperatuur-
keuzeknop
Temperatuur-
keuzeknop