5
Montage
De circulatie is, rekening houdend met de afkoelverliezen, alleen met een
tijd- en/of temperatuurgestuurde watercirculatiepomp toegestaan.
De dimensionering van circulatieleidingen conform DVGW werkblad
W 553 vastleggen. Houd de speciale instructies conform DVGW W 511
aan:
• Temperatuurdaling maximaal 5 K
Voor het eenvoudig aanhouden van het maximale temperatuurverval:
▶ Regelventiel met thermometer inbouwen.
5.2.2
Aansluiting aan cv-zijde
▶ Sluit de aanvoer boven en retour onder op de warmtewisselaar aan.
▶ Vulleidingen zo kort mogelijk uitvoeren en goed isoleren. Daardoor
worden onnodige drukverliezen en het afkoelen van de boiler door
buiscirculatie en dergelijke voorkomen.
▶ Op de hoogste positie tussen boiler en cv-toestel, ter vermijding van
storingen door luchtinsluiting, een doeltreffende ontluchting (bij-
voorbeeld manuele ontluchter) voorzien.
▶ Aftapkraan in de laadleiding inbouwen.
Via deze moet de warmtewisselaar kunnen worden afgetapt.
5.2.3
Waterzijdig aansluiten
OPMERKING
Schade door contactcorrosie aan de boileraansluitingen!
▶ Bij aansluiting aan de drinkwaterkant in koper: aansluitfitting van
messing of roodkoper gebruiken.
▶ De aansluiting op de koudwaterleiding conform DIN 1988-100 en ge-
bruik makend van geschikte afzonderlijke armaturen of een complete
veiligheidsgroep maken.
▶ Het typegoedgekeurde veiligheidsventiel moet minimaal de volu-
mestroom kunnen uitblazen, die door de ingestelde volumestroom
op de koudwateringang wordt begrensd ( hoofdstuk 6.2 op
pagina 31).
▶ De typegoedgekeurde veiligheidsklep moet zodanig zijn ingesteld,
dat het overschrijden van de toegestane boilerbedrijfsdruk wordt
voorkomen.
▶ De uitblaasleiding van het overstortventiel moet in het tegen bevrie-
zing beschermde gebied via een afwatering uitmonden, waarbij de
plaats vrij moet kunnen worden geobserveerd. De diameter van de
uitblaasleiding moet ten minste overeenstemmen met de diameter
van de uitgang van de veiligheidsklep.
OPMERKING
Schade door overdruk!
▶ Wanneer een terugslagklep wordt gebruikt:de veiligheidsklep tussen
de terugslagklep en de boileraansluiting (koud water) monteren.
▶ Uitblaasopening van de veiligheidsklep niet afsluiten.
▶ In de buurt van de uitblaasleiding van de veiligheidsklep een waar-
schuwingsbordje met de onderstaande tekst aanbrengen: "Tijdens
het verwarmen kan op veiligheidstechnische gronden water uit de
uitblaasleiding komen! Niet afsluiten!"
Wanneer de rustdruk van de installatie hoger wordt dan 80 % van de aan-
spreekdruk van het overstortventiel:
▶ Drukverminderaar voorschakelen.
30
5.2.4
Drinkwaterexpansievat
Om waterverlies via de veiligheidsklep te voorkomen, kan een voor
drinkwater geschikt expansievat worden gemonteerd.
▶ Het expansievat in de koudwaterleiding tussen de boiler en de veilig-
heidsgroep monteren. Daarbij moet het expansievat iedere keer dat
water wordt getapt met drinkwater worden doorstroomt.
De onderstaande tabel geeft een oriëntatiehulp voor de maatvoering van
een expansievat. Bij een verschillende nuttige inhoud van de afzonderlij-
ke fabrikanten van expansievaten kunnen afwijkende grootheden optre-
den. De gegevens hebben betrekking op een boilertemperatuur van
60 °C.
Boilertype
Vat-
voordruk =
koudwaterdruk
SH290 RS
3 bar
4 bar
SH370 RS
3 bar
4 bar
SH400 RS
3 bar
4 bar
SH450 RS
3 bar
4 bar
Tabel 42 Oriëntatiehulp, expansievat
5.3
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Levensgevaar door elektrocutie!
▶ Onderbreek voor de elektrische aansluiting de voedingsspanning
(230 V AC) naar de cv-installatie.
Een gedetailleerde beschrijving van de elektrische aansluiting vindt u in
de betreffende installatiehandleiding.
Aansluiting aan een verwarmingstoestel
▶ Sluit de stekker van de boilertemperatuursensor op de cv-ketel aan
( afb. 13, pagina 63).
Logalux – 6720872575 (2021/03)
De afmetingen van het vat in
liters moeten overeenko-
men met de activeringsdruk
van het veiligheidsventiel
6 bar
8 bar
10 bar
18
12
12
25
18
12
25
18
18
36
25
18
25
18
18
36
25
18
26
25
25
50
36
25