4 Veiligheid
4.1 Betekenis van de gebruikte waarschuwingssymbolen
VOORZICHTIG
LET OP
4.2 Algemene veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Schouderbanden (1) worden verkeerd aangebracht
Ademnood, afsnoeren van de luchtwegen
Breng de schouderbanden (1) juist aan (zie hoofdstuk „Aanbrengen"). De schouderbanden
►
(1) moeten zodanig worden aangebracht, dat het klittenband (2) met de rups zich op de
borst van de zuigeling bevindt.
Informeer de ouders over de juiste manier van aanbrengen (zie informatie voor ouders).
►
VOORZICHTIG
Orthese wordt verkeerd aangebracht
Verkeerde stand van de benen, verslechtering van de heupontwikkeling
Breng de orthese op de juiste manier aan (zie hoofdstuk „Aanbrengen").
►
Informeer de ouders over de juiste manier van aanbrengen (zie informatie voor
►
ouders).
Laat de ouders weten dat er geen veranderingen aan de rode sluitingen (8,9) en aan
►
de spreider (7) mogen worden uitgevoerd.
5 Gebruik
5.1 Maatkeuze
De Tübinger Heupbuigorthese is verkrijgbaar in 3 maten. De keuze gebeurt aan de hand van de
leeftijd van de zuigeling (zie maattabel).
5.2 Eerste aanpassing
De aanpassing van de orthese door de vakspecialist is een belangrijke factor voor een goede
acceptatie en een succesvolle behandeling. De orthese is bij levering symmetrisch ingesteld. De
individuele maat kan alleen worden ingesteld met de aangebrachte orthese.
INFORMATIE
Laat de ouders de afzonderlijke stappen bij het eerste aanbrengen van de orthese zien aan de
hand van de meegeleverde informatie voor ouders. De ouders mogen voor het aan- en afdoen
uitsluitend het klittenband (2) en de witte sluitingen (3) gebruiken.
Aanbrengen
1) Open het klittenband (2) en de witte sluitingen (3) en haal de kralensnoeren (4) uit de sluitin
gen (3). Leg de orthese uitgespreid op het aankleedkussen. Leg de bovenbeenschalen (5)
met de kralensnoeren (4) naast het kind (zie afb. 2).
2) Leg de schouderbanden (1) van achteren om de hals en sluit deze losjes op de borst met
behulp van het klittenband (2).
INFORMATIE: Zorg ervoor dat de afstand tussen klittenband (2) en hals minstens 2
vingerbreedten bedraagt.
32
Waarschuwing voor mogelijke ongevallen- en letselrisico's.
Waarschuwing voor mogelijke technische schade.