Huidige weerstoestand instellen
Opdat het weerstation uitgaand van het huidige weer een optimale weersvoorspelling kan
berekenen, moet u de huidige weerstoestand soms instellen.
U gaat hiervoor als volgt te werk:
• Houd de toets „WEATHER/HISTORY" (B5) gedurende 3 seconden ingedrukt tot een geluids-
signaal weerklinkt en de grafieken voor de weersvoorspelling knipperen.
• Stel nu het huidige weer in met de toetsen „+ (°C/°F)" (B6) of „-" (B7) in.
• Druk ter bevestiging kort op de toets „WEATHER/HISTORY" (B5) en alle instellingen worden
opgeslagen en de instelmodus verlaten (anders wacht u enkele seconden zonder op een toets
te drukken).
De huidige weerstoestand moet dan ook opnieuw worden ingesteld als de hoogte van
de opstelplaats van het weerstation verandert.
• Nadat de actuele weerstoestand werd ingesteld, geeft het weerstation de eerste voorstelling
na ongeveer 6 uur weer.
Vorstalarm
Als een temperatuur tussen +3 °C en -2 °C door een willekeurige buitensensor wordt gemeten,
verschijnt een sneeuwvloksymbool rechts naast de grafiek van de weersvoorspelling.
Sneeuwval
Als een buitensensor een temperatuur onder de 0 °C meet, geeft het weerstation bij een voors-
pelling van neerslag sneeuwvlokken weer (in de plaats van regendruppels).
k) Weergave van de maanfase
Nieuwe maan toenemende maand volle maan afnemende maan
134