Vervolgens moeten het land en de stad worden ingesteld, in de buurt waarvan u zich
bevindt. Deze gegevens zijn nodig om de zons- en maansopgangs-/ondergangstijd
bij benadering te kunnen berekenen.
• Druk kort op de toets „MODE" (B3) en de weergave van het land waarin u zich bevindt, knippert
(zie lijst aan het einde van deze gebruiksaanwijzing).
Stel nu het land in met de toetsen „8 (12/24)" (B11) of „2/
• Druk kort op de toets „MODE" (B3) en de weergave van de stad waarin u zich bevindt, knippert
(zie lijst aan het einde van deze gebruiksaanwijzing).
Stel de stad in met de toetsen „8 (12/24)" (B11) of „2/
• Druk nogmaals kort op de toets „MODE" (B3) en alle instellingen worden opgeslagen en de
instelmodus verlaten (anders wacht u enkele seconden zonder op een toets te drukken).
d) 12u-/24u-modus omschakelen
Druk kort op de toets „8 (12/24)" (B11) om tussen de 12u- en de 24u-modus over te schakelen.
Het weerstation mag zich daarbij niet in een instelmodus bevinden.
Bij de 12u-modus verschijnt linksboven op het scherm in de eerste daghelft de melding „AM",
in de tweede daghelft „PM".
e) Temperatuureenheid °C/°F omschakelen
• Druk op het weerstation kort op de toets „+ (°C/°F)" (B6) om de temperatuureenheid tussen
°C (graden Celsius) en °F (graden Fahrenheit) om te schakelen. Het weerstation mag zich
daarbij niet in een instelmodus bevinden.
• Als de temperatuureenheid op het scherm van de buitensensor moet worden omgeschakeld,
opent u het batterijvak (D4) van de buitensensor, drukt u vervolgens kort op de toets „°C/°F"
(D7) die zich daar bevindt.
" (B12) in.
" (B12) in.
129