90°
15
19
25
70
13
CONFIGURATIE 1 & 2 (40-105 CM)
CHECKLIST:
HET KIND OP DE JUISTE MANIER INBINDEN
Voor de veiligheid van het kind, gelieve te controleren dat:
- het 5-puntsgordelsysteem goed aansluit op het lichaam van het kind zonder
het te beknellen,
- de schoudergordels niet zijn gedraaid,
- de positie van de hoofdsteun correct is ingesteld en vergrendeld (zie
hoofdstuk "Verstellen van de hoofdsteun"),
- de tongen van het gordelslot vast in het gordelslot zitten.
Zo wordt het autostoeltje correct geïnstalleerd:
• de ISOFIX-connectoren zijn correct op het voertuig aangesloten (13) en de
steunpoot is correct geïnstalleerd (15),
• de autostoel is ingeschakeld in de toegestane rijrichting (19).
WAARSCHUWING! Het zitje mag alleen voorwaarts gericht worden
gebruikt vanaf een kindlengte van 76 cm en vanaf 16 maanden.
• Indien mogelijk, moet de bescherming tegen zijdelingse botsingen (25) aan
de deurzijde worden uitgeklapt.
• Geen enkele frontale airbag mag een impact hebben op de autostoel.
• Als het kind jonger is dan 1 jaar, moet het autostoeltje naar achteren gericht
zijn en in de meest vlakke ligpositie staan (zie hoofdstuk "Verstellen van
de rugleuning").