Om brandgevaar te vermijden, houd de motor, uitlaat en de
omgeving van de brandstoftank vrij van mos, gras, blaadjes of
lekkend vet (olie).
Controleer regelmatig de veegwals, de opvangbak en het
sneeuwschild op verlies van het juist functioneren. Vervang om
veiligheidsredenen versleten of beschadigde onderdelen.
Als de brandstoftank leeg gemaakt moet worden, zou dit buiten
gedaan moeten worden! Let op het milieu!
Gebruik volgens bepalingen
De machine beantwoordt aan de geldige EG-
Machinerichtlijn
Juist gebruik
De veegmachine is voor een normaal gebruik in de verzorging
van plantsoenen evenals in de winterdienst geschikt (regulair
gebruik).
Ieder ander gebruik geldt als niet volgens deze gebruiksregels.
Voor daaruit ontstane schades is de producent niet
verantwoordelijk; het risico ligt geheel bij de gebruiker. Tot het
normale gebruik behoort ook de nakoming van de door de
producent voorgeschreven bedrijfs-, onderhouds- en
instandhoudingsvoorwaarden.
Wijzigingen aan de veegmachine sluiten een
verantwoordelijkheid van de producent voor hieruit resulterende
schades uit.
De veegmachine is niet voor het vegen van brandbare,
explosieve, giftige, kankerwekkende en andere, voor de
gezondheid schadelijke stoffen en materialen geschikt.
Veeg geen brandende of gloeiende voorwerpen, als bijv.
sigaretten, lucifers en dergelijke, op.
Indien glas, metaal of andere materialen met de hand uit de
opvangbak verwijderd worden, beslist beschermende
handschoenen dragen om letsels te vermijden.
Gebrekkige verlichting stelt een hoog risico voor. Zorg bij
het werken met de machine voor voldoende verlichting.
Verwijdering
De verwijderinginstructies zijn met pictogrammen aangegeven
die op de machine, resp. op de verpakking, te vinden zijn. Een
beschrijving van de afzonderlijke betekenissen is in het
hoofdstuk "Aanduidingen op de machine" te vinden.
Eisen aan de bedienende persoon
De bedienende persoon moet, vóór het gebruik van de
machine, de gebruiksaanwijzing goed gelezen hebben.
Kwalificatie
Behalve een uitvoerige instructie door vakkundig
verkooppersoneel is er geen speciale kwalificatie voor het
gebruik van de machine nodig.
Minimale leeftijd
De machine mag slechts door personen gebruikt worden van 16
jaar of ouder.
Uitzondering hierop is het gebruik door jeugdige personen bij
een beroepsopleiding ter verkrijging van vaardigheid en indien
dit onder toezicht van een opleider plaats vindt.
Montage / éérste ingebruikneming
Neem de veegmachine uit de verpakking en monteer eerst de
bovenste beugel (afb. 1, pos. 2) met de meegeleverde
klemschroeven (afb. 1; pos. 8)
De klemschroeven kunnen gemonteerd worden zoals op afb. 1
aangegeven is.
De klemschroeven kunnen ingeklikt worden, waardoor een
veilige bedieningshoogte voor iedere bedienende persoon
ingesteld kan worden. Monteer nu de stuurbeugel zoals op de
afb. 1, pos. 3 is aangegeven.
Bevestig nu de opnamepennen (afb. 1, pos. 7) aan de
beschermingsplaat van de veegwals (schroeven / moeren afb.
2, pos. 16/18 gebruiken).
Montage van de opvangbak
Verwijder de onderdelen van de opvangbak uit de bijliggende
verpakking en monteer deze als volgt (de afzonderlijke posten
hebben betrekking op afbeelding 2a/2b):
33.
De afdichting tussen het deksel (2) van de rechter (4) en
linker (3) zijstukken plaatsen en aan elkaar met de
schroeven bevestigen (pos. 17/19 gebruiken).
34. De bodem (1) met zijdeksel (3/4) vastschroeven
(schroeven / moeren pos. 17/19 gebruiken).
35. De handgreep met de bodem (1) vastschroeven
(schroeven / moeren pos. 11/12/13 gebruiken).
36. De lip (10) tussen de bodem (1) en de binnenste
bescherming (5) plaatsen en vastschroeven (schroeven /
moeren pos. 17/19 gebruiken).
37. De versterking (6) vanaf de onderkant door de
langwerpige gaten van het deksel (2) plaatsen en met
schroeven / moeren (pos. 15/16) in de gaten achter de
lussen van de versterking vastschroeven.
38. De tweede handgreep (8) met het deksel vastschroeven
(schroeven / moeren pos. 11/12/13 gebruiken).
39. De wielen (9) met de bodem (1) vastschroeven (schroeven
/ moeren pos. 17/19 gebruiken).
40. Het reinigingsdeksel in de opening voor het leegmaken
(zie afb. 4 in het zijdeksel) plaatsen (draaisluiting).
Bandenvuldruk
Let op de juiste luchtdruk in de banden (1,5 bar).
Door een te lage luchtdruk kan de slang over de mantel glijden
waardoor de slang kapot gaat.
Bediening
Oliestand controleren
De kwaliteit van de motorolie is beslissend voor een correcte
aandrijfprestatie en gebruiksduur. Gebruik enkel geschikte,
hoogwaardige smeermiddelen. Ongeschikte smeermiddelen
beschadigen de machine en leiden tot het onmiddellijk vervallen
van de garantieaanspraken (aanbevelenswaardig is een
gedeeltelijk synthetisch universeel smeermiddel met de
specificatie SAE 10 W 40). Wegens technische redenen van
levering is het mogelijk dat zich in de machine geen of slechts
weinig motorolie bevindt (vulling voor fabriekstest).
De oliestand moet in elk geval vóór ieder gebruik
gecontroleerd worden!
Houd de oliepijlstok en olievulopening, olieaftapopening en
olieaftapplug steeds schoon! Gebruik geschikte bakken en
vermijd milieuvervuiling door smeer- en brandstoffen.
Al naargelang de gebruikstijd:
Opvangbak monteren
De bak over de opnamepennen ophangen (afb. 4). Altijd de
borgklip in de opnamepennen indrukken; hierbij zo mogelijk, het
onderste gat gebruiken.
Sneeuwschild monteren
Het schild over de opnamepennen ophangen (afb. 5). Altijd de
borgklip in de opnamepennen indrukken; hierbij zo mogelijk, het
onderste gat gebruiken.
Brandstof vullen
Deze motor werkt perfect met de in de handel verkrijgbare
loodvrije normale- en superbenzine. Indien vanwege het milieu
loodvrije benzine wordt gebruikt, dient bij motoren, die langer
dan 30 dagen stilgestaan hebben, de brandstof volledig
afgetapt te worden, om harde resten in de carburateur, het
brandstoffilter en de brandstoftank te vermijden, of aan de
brandstof een brandstofstabilisator toe te voegen.
Met de benzine geen olie vermengen.
Motor inschakelen
De motorschakelaar op positie „ON" zetten.
Let er op dat de motor bij de start koud is.
Activeer de motorchoke.
Stel de hendel voor de toerentalinstelling (afb. 10, pos.
„START") op volle snelheid in.Trek eerst een paar maal kort
aan het starterkoord tot dit gespannen is. Trek daarna het
starterkoord langzaam in een gespannen positie, steun met de
linker hand op de motor en trek éénmaal krachtig aan het