NL
4.20 HANDGREEPVERWARMING (21)
De machine is uitgerust met een elektrische handgreepver-
warming. Om deze verwarming te activeren, zet u de schake-
laar in de gewenste positie:
Rechts - maximale verwarming
Midden - geen verwarming
Links - lichte verwarming
De verwarming kan alleen worden ingeschakeld als de motor
draait.
4.21 KOPLAMP (15)
De koplamp is altijd aan als de motor draait.
4.22 GEREEDSCHAP VOOR HET LEGEN VAN DE
UITVOERPIJP (10)
Het gereedschap voor het legen van de uitvoerpijp bevindt
zich in een houder op de vijzelbehuizing. Dit gereedschap
moet altijd worden gebruikt bij het schoonmaken van de uit-
voerpijp en de vijzel.
Zet de motor altijd uit voordat u de uitvoerpijp
gaat legen.
Haal de uitvoerpijp nooit met de hand leeg. Kans
op ernstig letsel.
4.23 AFSTELSCHAKELAAR (19)
Verandert de richting van de uitgeworpen sneeuw.
Links - uitvoerpijp draait naar links
Rechts - uitvoerpijp draait naar rechts.
4.24 TREKKRACHTREGELING (24)
De trekkrachtregeling maakt het mogelijk om te draaien. In-
dien geactiveerd, wordt het linker aangedreven wiel ontkop-
peld, terwijl het rechter wiel doordraait.
Opmerking: Activeer de hendel voordat de bocht wordt inge-
zet. De hendel is lastig te activeren bij zware belasting.
4.25 SNEEUWMESSEN (23)
Dankzij de sneeuwmessen is het uitwerpen ook mogelijk als
het sneeuwniveau hoger is dan de vijzelbehuizing. Monteer
de hoek van de sneeuwmessen (15:T) via het gat in de vijzel-
behuizing en zet de messen vast met een vleugelmoer (15:U).
5 DE SNEEUWFREES GEBRUIKEN
5.1
ALGEMEEN
Start de motor pas als alle onder MONTAGE beschreven
maatregelen zijn uitgevoerd.
Gebruik de sneeuwfrees niet voordat u de instruc-
ties en alle waarschuwings- en instructiestickers
op de machine hebt gelezen en begrepen.
Draag tijdens onderhoud en service altijd een vei-
ligheidsbril of een vizier.
5.2
VOOR HET STARTEN
Controleer vóór gebruik de motorolie.
Start de motor niet voordat de olie voldoende is
bijgevuld. Zonder olie kan de motor ernstig be-
schadigd raken.
58
NEDERLANDS
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Haal de peilstok eruit en vul het reservoir tot aan de
FULL-markering met olie bij (fig. 7).
3. Gebruik een hoogwaardige olie aangeduid met A.P.I ser-
vice SF, SG of SH.
Gebruik SAE 5W30 - 10W40-olie.
4. De inhoud van het carter is: 0,8 liter.
Controleer het oliepeil altijd voorafgaand aan gebruik.
Tijdens deze controle moet de sneeuwfrees op een vlakke
ondergrond staan.
5.3
DE BENZINETANK VULLEN
Gebruik altijd loodvrije benzine. Voeg nooit mengsmering
voor tweetaktmotoren aan de benzine toe.
LET OP! Denk erom dat normale loodvrije benzine beperkt
houdbaar is. Koop niet meer benzine dan u binnen 30 dagen
gebruikt.
U kunt ook milieuvriendelijke benzine gebruiken, d.w.z. ge-
alkyleerde benzine. Dit type benzine heeft een samenstelling
die minder schadelijk is voor mens en milieu.
Benzine is uiterst brandbaar. Bewaar benzine al-
tijd in een speciaal daarvoor bestemde tank.
Bewaar de benzine op een koele, goed geventileer-
de plaats - niet in huis. Bewaar de benzine buiten
het bereik van kinderen.
Vul alleen buitenshuis benzine bij en rook niet tij-
dens het bijvullen. Vul de tank voordat u de motor
start. Verwijder de vuldop nooit en vul de machine
nooit met benzine als de motor loopt of nog warm
is.
Vul de benzinetank niet helemaal tot aan de rand. Draai na
het vullen de vuldop stevig vast en veeg gemorste benzine
weg.
5.4
DE MOTOR STARTEN (ZONDER ELEKTRI-
SCHE START)
Raak nooit motoronderdelen aan, omdat die tij-
dens het gebruik heet worden. Er bestaat een ge-
vaar voor brandwonden.
Laat de machine nooit binnenshuis draaien. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een uiterst
giftig gas.
1. Zorg ervoor dat de koppelingshendels voor rijden en vij-
zel zijn uitgeschakeld (fig. 1).
2. Open de brandstofkraan (6 in fig. 1).
3. Zet de gashendel in positie
4. Plaats de contactsleutel. Let erop dat de sleutel vastklikt.
Draai de sleutel niet!
5. Zet de choke in positie
motor is de choke niet nodig.
6. Druk 2 of 3 keer op de rubberen knop voor brandstofin-
spuiting. Zorg ervoor dat de opening is afgedekt als de
knop voor brandstofinspuiting wordt ingedrukt (fig. 8).
Opmerking: Gebruik deze functie niet als de motor warm
is.
7. Trek aan het startkoord totdat u een weerstand voelt. Start
de motor met een korte, felle ruk aan het startkoord.
8. Als de motor start, draait u de choke linksom totdat deze
volledig is geopend.
.
. Opmerking: Bij een warme