•
De pulsbreedte is de duur van een puls.
•
De frequentie is het aantal pulsen per
seconde.
Een set geprogrammeerde parameters
wordt een programma genoemd. Uw arts
kan voor u maximaal vier verschillende
programma's instellen. Zo kunt u de
stimulatie veranderen als de symptomen
niet voldoende worden onderdrukt of als de
stimulatie niet prettig aanvoelt.
Ook op het patiëntenprogrammeerapparaat
worden stimulatie-instellingen opgeslagen,
met behulp van het artsenprogrammeer-
apparaat. Met het patiëntenprogrammeer-
apparaat kunt u:
•
De neurostimulator aan- en uitzetten
•
Van programma wisselen
•
De amplitude aanpassen binnen de
door uw arts ingestelde grenzen
Uw neurostimulator kan alleen worden
geprogrammeerd met het
artsenprogrammeerapparaat of het
2016-06-01
3037 Nederlands
307