NL
BE
2. Schuif de accu (21) in de laadschacht
van de lader (23).
3. Sluit de lader (23) aan op een stopcon-
tact.
4. Na het lade, koppelt u de lader (23)
los van het elektriciteitsnet.
5. Trek de accu (21) uit de lader (23).
Zaagblad monteren/
vervangen
Draag handschoenen bij het
aanbrengen van het zaagblad.
Risico op letsel bij aanraking van
het zaagblad.
Er kunnen alleen zaagbladen
met een T-schacht-opname
(eennokkige schacht) zoals
de meegeleverde zaagbladen
(12/13) gebruikt worden.
Zaagblad monteren
Zorg ervoor dat de zaagbladhouder vrij
van splinters of andere materiaalresten is.
1. Draai de spanklauw (7) zo ver mogelijk
naar voor en houd hem in deze positie
vast.
2. Zet het zaagblad (12/13) in de klauw-
plaat (7). Let er bij het plaatsen van het
zaagblad (12/13) op dat de rug van het
zaagblad in de groef van de geleidings-
rol (6) ligt. Zorg ervoor dat het zaag-
blad (12/136) correct bevestigd is en
dat de tanden in de snijrichting wijzen.
3. Laat de spanklauw (7) los.
Zorg ervoor dat u altijd het juiste
zaagblad voor het betreffende ma-
teriaal gebruikt.
66
66
Zaagblad demonteren
1. Houd het zaagblad (12/13) vast.
2. Draai de spanklauw (7) zo ver moge-
lijk naar voren terwijl u het zaagblad
stevig vasthoudt
3. Neem het zaagblad (12/13) uit de
klauwplaat (7).
4. Laat de spanklauw (7) los.
Parallelgeleiding de-/
monteren
De parallelgeleiding kan aan beide
kanten van het apparaat gemon-
teerd worden.
Gebruik voor het aflezen van de
schaal naargelang de montage de
markering rechts of links aan de
bodemplaat (zie detailbeeld).
Parallelgeleiding monteren
1. Draai indien nodig de vaststelschroe-
ven los (9).
2. Schuif de parallelgeleiding (18) door
de insteekopeningen (8).
3. Draai de vastzetschroeven (9) weer
vast aan.
Parallelgeleiding demonteren
1. Draai de vaststelschroeven (9) los.
2. Trek de parallelgeleiding (18) uit de
insteekopeningen (8).
Spaanbescherming
verwijderen/
aanbrengen
Spaanbescherming verwijderen
1. Druk de spaanbescherming (14) uit de
uitsparing in de bodemplaat (5).
Spaanbescherming aanbrengen
2. Druk de spaanbescherming (14) in de
uitsparing de bodemplaat (5).