Inhoudsopgave
Gebruikte symbolen ............................................................ 55
Veiligheidsrichtlijnen ....................................................... 55
Accu's ................................................................................ 56
Acculader ............................................................................ 56
Onderhoud ......................................................................... 58
Controles ............................................................................. 58
Fouten zoeken ................................................................... 59
Gebruiksdoel ....................................................................... 61
Toelating .............................................................................. 61
Plaatskeuze ......................................................................... 63
Spatlappen ........................................................................ 63
Aansluitschema .................................................................. 65
microschakelaar .............................................................. 66
Waarschuwingen ................................................................ 67
Gebruikte symbolen
Symbool wijst op mogelijke gevaren.
Opmerking met informatie en tips.
Veiligheidsrichtlijnen
- De besturingen SE R en TE R mogen uitslui-
tend voor respectievelijk de Mover® SE R en
de Mover® TE R worden gebruikt.
- Vóór het eerste gebruik van de Mover® op
open terrein oefenen, om u met de func-
ties van resp. de afstandsbediening en
de Mover® vertrouwd te maken.
- Vóór ieder gebruik van de Mover® de ban-
den en aandrijfrollen controleren; eventueel
scherpe stenen en dergelijke verwijderen.
- De schuifschakelaar aan de zijkant van de
afstandsbediening (AAN / UIT) dient ook
als „noodstop-schakelaar". Bij opvallende
zaken, bijv. ongecontroleerd gedrag van het
rangeersysteem, moet de schakelaar aan de
zijkant onmiddellijk op „UIT" worden gezet.
- Tijdens het gebruik mogen zich geen perso-
nen in de caravan bevinden.
- Binnen het draai- en verplaatsingsbereik
(manoeuvreerbereik) van de caravan mogen
zich geen personen (vooral geen kinde-
ren) ophouden.
- Bij het aanzetten / vrijzetten en tijdens het ge-
bruik van de Mover® SE R / TE R moet erop
worden gelet dat er geen haren, ledematen,
kleding of andere op lichaam gedragen voor-
werpen tussen bewegende en / of draaiende
onderdelen (bijv. aandrijfrollen) kunnen komen.
- Bij het manoeuvreren mag de afstand tussen
de draadloze afstandsbediening en het mid-
den van de caravan max. 10 m bedragen!
- Bij storingen de handrem aantrekken.
- Om omslaan van de caravan te voorkomen,
bij het manoeuvreren op hellingen de dissel
naar onderen (bergaf) richten.
- Na het manoeuvreren altijd eerst de hand-
rem aantrekken, de aandrijfrollen van
de band vrijzetten en de wielen (met name
op hellende ondergronden!) blokkeren. De
Mover® is niet geschikt als parkeerrem
voor als de caravan op zijn plaats staat.
- Zorg ervoor dat de draadloze afstandsbedie-
ning nooit onbevoegd kan worden gebruikt
(let vooral op kinderen!).
- Trek de caravan nooit terwijl de aandrijfrollen
tegen de banden zijn aangezet, aangezien dit
kan leiden tot schade aan de banden, aan de
trekauto en aan de aandrijfeenheden.
- Alle wielen en banden van de caravan moe-
ten van dezelfde maat en hetzelfde type zijn.
- Om een correct functioneren van de Mover®
te waarborgen, moet de afstand tussen
banden en weggedraaide aandrijfrollen
20 mm bedragen.
55