REMMEN
REMHENDEL INSTELLEN
De speling van de remhendel wordt door de spanning van
de remkabel geregeld.
1. Draai de borgring los en draai daarna aan de stelbout
(afb. K) om de onbelaste weg van de remhendel te regelen.
2. Houd de stelbout vast en draai de borgring stevig aan tot
deze tegen de greepbehuizing drukt.
3. Trek na het instellen ca. 8 – 10 keer bij stilstand aan de
remhendel om speling van remhendel en remblokjes op te
heffen.
4. Stel de speling van de remhendel eventueel nog een keer
bij.
REMSCHOENEN VERVANGEN
De remblokjes (ook remschoenen genoemd) verslijten door
gebruik. Controleer daarom regelmatig het slijtniveau en ver-
vang ze in ieder geval meteen als u merkt dat ze minder
goed remmen:
1. Draai de bouten van de remschoenen
ker- en rechterkant los met een 5 mm inbussleutel.
2. Haal de remkabel
3. Vervang de beide remschoenen.
4. Breng de remkabel
5. Stel aansluitend de remschoenen en ook de remhendel in.
REMSCHOENEN INSTELLEN
De instelling van de V-brake-velgrem is gelijk aan voor- en ach-
terwiel. Stel eerst de remschoenen parallel aan de velg af:
1. Draai (als dit nog niet is gebeurd) de bouten van de remschoe-
nen
(afb.L) los met een 5 mm inbussleutel.
1
2. Stel de losgedraaide remschoenen parallel aan de velg af.
3. Draai de bouten van de remschoenen
gens de draaimomentgegevens (zie hoofdstuk Draaimomentge-
gevens).
Pas aansluitend de afstand van de remschoenen tot te velg aan:
NL-18
(afb. L) aan de lin-
1
(afb. M) eruit.
1
(afb. M) weer aan.
1
(afb. L) weer vast vol-
1
K
1
L
1
M
1
2
1
2