NL Vloerfreesmachine BEF 204
4 Onderhoud
3.4 Gebruik beëindigen
Letselgevaar door hoge elektrische spanning!
Na uitschakelen is de machine niet stroomloos!
Om de machine stroomloos te maken moet de
netstekker [13, fig. C] van het stroomnet worden
gescheiden!
7.
Aandrijfmotor [10, fig. A] uitschakelen.
8.
Stilstand van de freeswals [14, fig. E] afwachten.
Het gebruik is beëindigd.
4 Onderhoud
Veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 2 in acht
nemen!
Voor reinigings‐ en onderhoudswerkzaamheden:
—
Gebruik beëindigen (! hoofdstuk 3.4 ‐ pa
gina 35)!
—
Machine laten afkoelen!
Bij werkzaamheden aan de machine (inrichting,
onderhoud, verzorging, reparatie, reiniging etc.)
moet de stroomvoorziening van de machine van
het net zijn gescheiden
(netstekker uittrekken)!
Het voor de machine verantwoordelijke be
dienings‐ en onderhoudspersoneel moet ga
randeren dat niemand tijdens bedrijf resp. on
derhoudswerkzaamheden het gevarenbereik
van de machine kan betreden!
Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door geïnstrueerd personeel!
Dit moet de daarmee verbonden gevaren
kennen, zich ertegen beveiligen en de gevaren
kunnen afwenden!
Tijdens onderhoudswerkzaamheden moet de
machine tegen kantelen geborgd zijn!
Eventueel extra steunen gebruiken.
Neem het gewicht van de machine en de ma
chinedelen in acht! Borg gedemonteerde on
derdelen tegen omlaag vallen!
Na reinigings‐ en onderhoudswerkzaamheden
moeten de veiligheidsinrichtingen op volledig
heid en werking worden gecontroleerd!
4.1 Onderhoud dagelijks
of steeds na 10 bedrijfsuren
Machine reinigen:
F
De machine mag niet met perslucht, een hoge
drukreiniger of met oplosmiddelen worden ge
reinigd!
a.
Machine en werktuig na gebruik met een
doek resp. geschikte middelen droog
reinigen.
Aanbeveling van de fabrikant is om een
stofafzuiging met passende filtering te ge
bruiken.
b.
Eventueel machine weer in gebruik nemen
(! hoofdstuk 3.1 ‐ pagina 34).
Lamellen, lamelstaven en tussenschijven con
F
troleren en eventueel vervangen.
4.2 Onderhoud wekelijks
of steeds na 50 bedrijfsuren
Freesrotor controleren / nieuwe onderdelen aan
F
brengen / vervangen.
Aansluiting van de stofafzuiging [12, fig. D] en
F
van het chassis [9, fig. D] freesresten verwijde
ren.
Machine smeren:
F
Freesrotor en freeslamellen mogen niet worden
gesmeerd!
a.
Ingevette delen op werking controleren.
Freesriem controleren / spannen / vervangen.
F
4.3 Freesrotor onderhouden
Gevaar voor letsel door scherpe randen!
Aan de freeslamellen kan tijdens het frezen een
scherpe rand ontstaan.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Gevaar voor letsel door zware machinedelen! Bij
eruit trekken van de freesrotor niet onder de
freesrotor grijpen!
Het gebruik werd beëindigd
(! hoofdstuk 3.4 ‐ pagina 35).
1.
Freeslamellen [15, fig. E] en tussenschijven [16,
fig. E] van de lamelstaven trekken, reinigen en
op werking en toestand controleren.
35