NL Vloerfreesmachine BEF 320EX / BEF 320VX
3 Bedrijf
6.
BEF 320EX:
a.
De aansluitkabel (verlengingskabel) met
een reglementaire netcontactdoos verbin
den en de netkoppeling van de aansluit
kabel in de netstekker [26, fig. D] steken.
b.
Machine aan de geleidebeugel
[5, fig. A/B/E] vasthouden.
c.
De aandrijvingsschakelaar [24, fig. D] vlot
START
op
draaien.
De aandrijfmotor, de pomp en de freesrotor
worden versneld tot nominaal toerental.
d.
De aandrijvingsschakelaar loslaten.
De aandrijvingsschakelaar springt op positie I.
De aandrijving is ingeschakeld.
BEF 320VX:
De aandrijfmotor starten
(! gebruiksaanwijzing HONDA).
7.
Met de freesdieptehendel [17, fig. C/D] de ge
wenste freesdiepte instellen.
Gevaar voor beschadiging!
Met de instelling van de freesdiepte wordt niet
alleen de gewenste werkdiepte ingesteld maar
ook de slijtage van de lamellen gecompenseerd.
Met nieuwe lamellen mag niet de maximale
freesdiepte worden ingesteld!
De lamelstaven kunnen worden beschadigd of
breken.
Een te grote instelling van de freesdiepte en het
doorslaan van de lamellen op de lamelstaven is
herkenbaar door versterkte vibraties
(! hoofdstuk 4.2 ‐ pagina 47).
Fijninstelling:
Freesdieptehendel ↶ (
Freesdieptehendel ↶ (
1 omdraaiing = 1,5 mm.
8.
Machine aan de geleidebeugel vasthouden.
9.
De vergrendelhendel [18, fig. C] tegen de hef
hendel [16, fig. C] trekken.
10. De hefhendel naar voren zwenken.
De draaiende freesrotor werd tot de ingestelde
freesdiepte neergelaten op het te bewerken op
pervlak.
De ingestelde freesdiepte wordt door de hef
hendel (snel heffen) niet gewijzigd.
Als de machine door de freesrotor wordt ver
sneld:
—
NOODSTOP‐schakelaar indrukken!
—
Gebruik beëindigen
(! hoofdstuk 3.3 ‐ pagina 45)!
De rijaandrijving is defect (ketting gebroken?).
Gevaar voor letsel door ongecontroleerd achter
uitrijden!
‐
) = freesdiepte kleiner.
‐
) = freesdiepte groter.
Alleen in werkrichting van de machine gaan!
Bij achteruitrijden moet de operator altijd naast
de machine lopen en in rijrichting kijken!
De operator moet steeds overzicht hebben over
het werkbereik en de machine in een noodgeval
kunnen stoppen!
11. De rijrichting en rijsnelheid met de rijhendel
[4, fig. A] aan de freesvoorwaarden aanpassen.
De machine rijdt in de gekozen richting. Het te
bewerken oppervlak wordt gefreesd.
3.3 Gebruik beëindigen
In een noodgeval kan de machine met de
NOODSTOP‐schakelaar [25, fig. D] of door
trekken aan het veiligheidskoord [36, fig. F]
worden uitgeschakeld.
Gevaar voor verwondingen door onbedoelde be
weging!
Als de aandrijfmotor met onbelaste freesrotor
wordt
uitgeschakeld
NOODSTOP), dan draait de freesrotor door de
draaiende massa nog enkele seconden verder!
De machine rijdt eventueel tijdens deze tijd verder!
Letselgevaar door hoge elektrische spanning!
Na uitschakelen is de machine niet stroomloos!
Om de machine stroomloos te maken moet de
netstekker [26, fig. D] van het stroomnet worden
gescheiden!
1.
De rijhendel [4, fig. A] in de middelste stand (f)
zetten.
2.
De hefhendel (snel heffen) [16, fig. C] tot de aan
slag [19, fig. C] naar achteren trekken.
De hefhendel vergrendelt.
De freesrotor werd geheven.
3.
De aandrijfmotor uitschakelen:
BEF 320EX:
De aandrijvingsschakelaar [24, fig. D] op f
zetten.
De netverbinding [26, fig. D] scheiden.
BEF 320VX:
De brandstofkraan [30, fig. E] en de
motorschakelaar [32, fig. E] op
(! Gebruiksaanwijzing HONDA).
4.
Stilstand van de aandrijf‐ en freeswals afwach
ten.
Het gebruik is beëindigd.
(bijvoorbeeld
bij
OFF
schakelen
45